e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Doenrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
grondwater grondwater: groondjwater (Doenrade), grōntj waater (Doenrade), gròntjwáátər (Doenrade) grondwater, water dat zich in de grond bevindt oa doordat regenwater door de losse bovengrond tot op een harde laag zakt [zakwater, kwelm] [N 81 (1980)] III-4-4
groot geploegd middendeel akker: akǝr (Doenrade) Onder het groot geploegd middendeel van een akker wordt verstaan de aan één stuk en meestal in lengtevoren te ploegen hoofdmoot van een akker, die het eerst bewerkt is of wordt. Dit middendeel omvat, op de wendakker(s) en een evt. geerstuk na, de gehele akker. Voor sommige van de hieronder vermelde termen zie men ook het lemma zzoivoor, diep geploegd land. [N 11, 52; N 11A, 125a] I-1
groot in zijn soort erg groot: erg groot (Doenrade) iets dat groot is in zijn soort [kardoffel, karbonkel, bonker, bommel, klepper, sjaorel] [N 91 (1982)] III-4-4
grootmoeder bes: bĕsj (Doenrade), bestemoeder: bèstemooder (Doenrade), grootmoeder: grōt˃mōdər (Doenrade) grootmoeder [DC 05 (1937)], [SGV (1914)] III-2-2
grootouders ouwelui: au̯ løi̯ (Doenrade) grootouders [DC 05 (1937)] III-2-2
grootte grootte: gruede (Doenrade) grootte [SGV (1914)] III-4-4
grootvader grootvader: grōt˃vādər (Doenrade) grootvader [DC 05 (1937)] III-2-2
grootwerker grootwerker: grūtwerkǝr (Doenrade) Kleermaker die grote stukken maakt zoals colberts, jassen en mantels. [N 59, 197d; N 59, 194b] II-7
grootx groot: groot (Doenrade) groot [DC 03 (1934)] III-4-4
grote binnenzak notaristas: notaristesj (Doenrade) een grote binnenzak onder in de jas,(notariszak, notaristes?) [N 59 (1973)] III-1-3