e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Doenrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lange voorzijde van de mand voorkant: vuerkanjt (Doenrade), voorwand: veurwantj (Doenrade) Hoe heet verder in Uw dialect: lange voorzijde van de mand? [N 93 (1983)] III-3-2
langeafstandsvlucht fond: fond sjpéle (Doenrade), Opm. v.d. invuller: boven 600 km.  fond (Doenrade) lange afstandsvlucht (300 km of meer)? [N 93 (1983)] III-3-2
langpootmug hooiwagen: WLD  huiwááge (Doenrade), snijder: sjnieder (Doenrade) Hoe noemt u de grote mug met bijzonder lange, breekbare poten (langpootmug, horlogemaker, glazemaker, snijder) [N 83 (1981)] III-4-2
langzaam, traag traag: traog (Doenrade) langzaam [lui, traag, stil, telijig] [N 91 (1982)] III-4-4
lantaarn lucht: lucht (Doenrade) lantaarn [SGV (1914)] III-2-1
lap huif: hūf (Doenrade), lap: lap (Doenrade), lap sjtóf (Doenrade) Hoe noemt U: een lap stof [N 62 (1973)] || Lapje leer dat men ter reparatie op een scheur op het schoeisel zet. [N 60, 233g] || sterke doek of stof [lap, vel, lel, del] [N 86 (1981)] II-10, III-1-3
lap op een schoen huif: hōēf (Doenrade) Een lapje leer op de scheur op het schoeisel (huif?) [N 60 (1973)] III-1-3
lap stof lap stof: lap štof (Doenrade) Een lap of stuk stof. [N 62, 71b; MW] II-7
laster geroddel: geroddel (Doenrade) het schenden van iemands goede naam [achterpraat, achterklap, laster] [N 85 (1981)] III-1-4
lasteren roddelen: roddelə (Doenrade) iemands goede naam schenden [labbekakken, insteken, bespreken, rabbelen, klapperen, commeren] [N 85 (1981)] III-1-4