e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Doenrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
speld spang: špaŋ (Doenrade), spangetje: špɛŋskǝ (Doenrade) Puntig, van een kop voorzien metalen stiftje om iets in weefsel vast te steken of te bevestigen op of aan iets anders. [N 62, 50a; L 7, 20; L 14, 24; L B1, 73; R 14, 8a; MW; Wi 7; S 34; monogr.] II-7
spelden spangen: špaŋǝ (Doenrade), toespangen: tušpaŋǝ (Doenrade) Met spelden stukken kleding of panden aan elkaar vastspelden. [N 59, 74; L 7, 20; S 34] II-7
speldenkussen naaldenkussen: nǭjǝkø̜sǝ (Doenrade), spangenkussen: špaŋǝkø̜sǝ (Doenrade) Kussentje waarop men de spelden en naalden steekt. De informant van Q 198 merkt op dat hij de naalden op zijn vest (kamizool) of op een stukje stof aan de muur speldde. Zie afb. 11. [N 59, 13a; N 62 68; L 45, 19; Gi 1.IV, 64; MW; monogr] II-7
spelen (alg.) spelen: sjpieele (Doenrade) spelen [SGV (1914)] III-3-2
spelen voor een prijs voor prijs spelen: vur pries sjpiele (Doenrade) Hoe heten de volgende combinatiemogelijkheden bij het inleggen/inzetten: spelen voor prijs? [N 93 (1983)] III-3-2
spelletje partijtje: partieke (Doenrade), potje: pøͅtjə (Doenrade), spelletje: sjpeͅlkə (Doenrade) Het spelen van een spel door twee of meer personen [partijtje, potje, spelletje]. [N 88 (1982)] III-3-2
spenen afzetten: aaf zètte (Doenrade), aafzitte (Doenrade), spenen: sjpiènə (Doenrade) Hoe heet verder: het apart zetten, spenen van de jongen? [N 93 (1983)] || spenen; een kind van de speen of de borst afwennen [spenen, spanen] [N 86 (1981)] III-2-2, III-3-2
sperma sperma: sjpèrma (Doenrade) Sperma: het mannelijk zaad (foeter, natuur, sperma). [N 84 (1981)] III-1-1
sperziebonen breekbonen: WLD  braekbōēn (Doenrade), prinsessenbonen: prinsesse boéan (Doenrade) De gewone boon met gezwollen zaden, prinsesseboon,sperzieboon, (slaboon, kereboon, herenboon, boterboon, prinses, suikerboon). [N 82 (1981)] I-7
spetteren kissen: kiosjè (Doenrade), snirken: sjnirkə (Doenrade) sudderen; Hoe noemt U: Knetteren van de boter in de pan bij verhitting (snerken, sudderen) [N 80 (1980)] III-2-3