e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Doenrade

Overzicht

Gevonden: 3950
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
desemen desemen: deesəmə (Doenrade), mengen: menge (Doenrade), zuurdesem derin doen: zoerdièjsem drindoon (Doenrade) desemen; Hoe noemt U: Zuurdeeg in het beslag voor brood doen, desemen (zuren, mengen, desemen, het zuur zetten) [N 80 (1980)] III-2-3
deugniet batraaf: batteraaf (Doenrade), deugeniks: dougeniks (Doenrade), ondeugd: ondeug (Doenrade), ondeugender, een -: ondeungender (Doenrade), stouterd: sjòòtert (Doenrade) deugniet [SGV (1914)] || een ondeugend kind [stinkgat, deugniet] [N 85 (1981)] || een ondeugende jongen die allerlei streken uithaalt [pagadder, horzak, luifer] [N 85 (1981)] III-1-4
deur deur: dø̄r (Doenrade) [rnd 109; S 6; L 1 a-m; L 12, 5; L A2, 265; monogr.; Vld.; div.] II-9
deurwaarder deurwaarder: deurwaarder (Doenrade) de ambtenaar bij de rechtbank die belast is met de dienst op de terechtzittingen, het doen van aanzeggingen [bijv. van belastingschuld enz. [vorster, deurwaarder] [N 90 (1982)] III-3-1
diabolo diabolo: diabolo (Doenrade) Het speelgoed, bestaande uit een dubbele blikken kegel die men al draaiende op een koordje in evenwicht houdt, in de hoogte werpt en weer opvangt met dit koord of elkaar toewerpt en weer op een koordje opvangt [diabolo, diavolo]. [N 88 (1982)] III-3-2
diarree afgang: aafgank (Doenrade), dunne, de -: dunne (Doenrade), schijterij: sjieterie (Doenrade) Diarree, buikloop (dunne, pruts). [N 84 (1981)] III-1-2
diarree hebben aan de schijt (zijn): ān dǝ šīt (Doenrade) Te dunne ontlasting hebben, buikloop. [N 76, 51b; N 76, 51a] I-12
dief dief: deif (Doenrade), schelm: sjelm (Doenrade) dief [SGV (1914)] III-3-1
dienst dienst: deinst (Doenrade) dienst [SGV (1914)] III-1-4
dienstplicht moeten doen opmoeten: opmottə (Doenrade) zijn militaire dienst vervullen [opmoeten, binnenmoeten] [N 90 (1982)] III-3-1