e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Duras

Overzicht

Gevonden: 1108
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kortwieken afsnijden: afsnęi̯ǝn (Duras) Men kort de vleugels van een kip, opdat ze niet kan wegvliegen. Een object ''kip'' of ''vleugels'' is niet gedocumenteerd. [N 19, 53; S 19; L 28, 35; L 1a-m; monogr.] I-12
koster koster: köstər (Duras) koster [RND] III-3-3
kotelet, ribstuk karbonade: keͅrmənōͅdzə (Duras), kotelet: koͅrtəleͅtə (Duras) karbonaden [Goossens 1b (1960)] || koteletten [Goossens 1b (1960)] III-2-3
kouter kouter: kōtǝr (Duras) Het lange smalle mes dat (achter de voorschaar) aan de ploegboom is bevestigd en dat bij het ploegen de voor vertikaal afsnijdt. [N 11, 31.I.c; N 11A, 85b; JG 1a + 1b; A 26, 4a; L 1 a-m; L 28, 40; Lu 4, 4a; S 19; monogr.] I-1
kraag kraag: kraag (Duras) kraag [ZND 28 (1938)] III-1-3
kraaltjes kralen: kroͅ.ələ (Duras) kraaltjes [RND] III-3-2
kraan van de metalen gierton kraan: krǭǝn (Duras) De kraan van de zinken gierton bestaat uit een korte, met een schuif of klep te sluiten buis, die van achteren voorzien is van of zich voortzet in een schuine of opgebogen lip of plaat. Als de kraan geopend is, stroomt de gier uit de ton tegen deze lip op waardoor zij zich in een wijde boog verspreidt. De in dit lemma opgenomen termen hebben achtereenvolgens betrekking op de kraan, het sluitstuk als geheel, het gierverspreidend onderdeel daarvan en de schuif of klep waarmee de kraan geopend en gesloten wordt. [JG 1a + 1b; N P, 6; N 11A, 54c; monogr.] I-1
kreeft krab: ook in ZND 28, 048  krab (Duras) kreeft [ZND 01 (1922)] III-2-3
krentenbrood krentenmik: verzamelfiche ook mat. van ZND 1 (a-m)  krentemik (Duras) krentenbrood [ZND 28 (1938)] III-2-3
kreunen van de pijn kuimen: kuimen (Duras) hij kreunt van de pijn [ZND 28 (1938)] III-1-2