e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Egchel

Overzicht

Gevonden: 570
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
erf plaats: plāts (Egchel) I-7
fijn droog stof stuifzand: stȳfzaŋk (Egchel) Fijn droog stof op landwegen. [N 27, 37c] I-8
fruitworm miesje met de kont: idiosyncr.  mīeske maet de kônt (Egchel) worm die in een appel huist [pieremenneke] [N 26 (1964)] III-4-2
gaatje voor de schoenveter rijggat: rijggaater (Egchel) gaatjes in de schoen waardoor de veter wordt geregen [riegaater] [N 24 (1964)] III-1-3
gang naast de koeienstand gangetje: gɛŋkskǝ (Egchel), stalgang: štalgaŋk (Egchel) In een bepaald type stal loopt er naast de koeienstand, tussen de schutting en de muur, een vrij smalle gang; soms, bij een ander type stal, zijn er naast de koeienstand twee gangen, een brede en een smalle. Vooral bij keuterboerderijen komt het voor dat er helemaal geen gang naast de koeienstand is. De gangen worden gebruikt voor het transport van voer en mest en om zich door de stal te kunnen verplaatsen. [N 5A, 41a en 41b; N 4, 75] I-6
gat, opening gat: idiosyncr.  ein gaat (Egchel), lok: idiosyncr. = gat naar zolder  lôôk (Egchel) gat (znw enk) [N 26 (1964)] III-4-4
gat, opening (mv) gater: idiosyncr.  twîê gater (Egchel) gaten (znw mv) [N 26 (1964)] III-4-4
gebreide kous breikous: breikous (Egchel), strikhoos: sjtrikhoos (Egchel) breikous [sjtrikhaos, strikkous] [N 24 (1964)] III-1-3
gebreide wollen muts wollen muts: wŭlle mŭts (Egchel) muts van wol (gebreid) voor kinderen [N 25 (1964)] III-1-3
geld pingping: ping-ping (Egchel), spie: Opm. sjpie hebben (geld hebben).  sjpie (Egchel) Geld in het algemeen; hierbij ook graag allerlei uitdrukkingen [geld, sens, poen, swis, oorden enz.] [N 21 (1963)] III-3-1