| 23257 |
avondgebed |
avondgebed:
het oavedgebed (Q086p Eigenbilzen),
oavend gebèd (Q086p Eigenbilzen),
oavendgebèèd (Q086p Eigenbilzen)
|
Het avondgebed/avondsgebed met gewetensonderzoek [aovendgebed, aovesgebed, aoëvetsjebed?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 20582 |
avondmaal |
avondbrood:
ōvəndbrood (Q086p Eigenbilzen)
|
namen en uren van de dagelijkse maaltijden: avond [ZND 18G (1935)]
III-2-3
|
| 23673 |
avondtriduüm |
avondtridum:
`n oaved tridium (Q086p Eigenbilzen)
|
Een godvruchtige oefening op drie achtereenvolgende avonden, avondtriduüm. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 18321 |
baaien onderrok |
dikke baaien onderrok:
dikke baaie onderrok (Q086p Eigenbilzen)
|
onderrok, dikke baaien ~ [N 24 (1964)]
III-1-3
|
| 18282 |
baalschort |
baalschortel:
baalsjotel (Q086p Eigenbilzen)
|
voorschoot van jute of grof linnen of een als schort gebruikte baalzak [slobbert, baolscholk, baalslop, pleggert, plekker] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
| 22321 |
baantje glijden op het ijs |
schrikkelen:
Vnl. over ijs.
(schrikkelen) (Q086p Eigenbilzen),
schrikken:
sch[r}ikke (Q086p Eigenbilzen),
shrikke (Q086p Eigenbilzen),
1. shrikke op t ees: slieren op t ijs
shrikke op ɛt ees (Q086p Eigenbilzen),
Vnl. over ijs.
schrikken (Q086p Eigenbilzen)
|
Glijden op het ijs. || Glijden over sneeuw of ijs. [N 38 (1971)] || Glijden: zich langs en oppervlak gemakkelijk, met zeer weinig wrijving voortbewegen (glijden, slibberen, glissen, schuiven, slifferen, slipperen, schampen). [N 84 (1981)] || Wetenswaardigheden. [SND (2006)]
III-3-2
|
| 17584 |
baard |
baard:
bòòt (Q086p Eigenbilzen)
|
baard [N 10b (1961)]
III-1-1
|
| 17720 |
baarmoeder |
baarmoeder:
boarmoeder (Q086p Eigenbilzen)
|
baarmoeder [N 10c (1995)]
III-1-1
|
| 24298 |
baars |
baars:
baars (Q086p Eigenbilzen)
|
baars. Wat is de naam van de baars (percfa fluviatilis), een roofvis in onze rivieren, van ongever 30 ? 40 cm lang, met strepen op zijn rug en een sterk ontwikkelde rugvin? [N102 (1998)]
III-4-2
|
| 20278 |
baby, zuigeling |
kindje:
kinneke (Q086p Eigenbilzen)
|
Hoe spreekt men in uw dialect over een kindje beneden een jaar [ZND 49 (1958)]
III-2-2
|