e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eigenbilzen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jongste kind ponnetje: pwənəkə (Eigenbilzen) jongste kind; hoe heet het jongste kind van het gezin? [ZND 36 (1941)] III-2-2
jood jood: nə joed, twee joedən (Eigenbilzen, ... ) Een jood, twee joden, [ZND 27 1938)] || Een jood, twee joden. [ZND 27 1938)] III-3-1, III-3-3
judas judas: ’nə zjudas (Eigenbilzen) Een Judas (uitspraak van j als in ja? of zj als in Frans Jean?). [ZND 27 (1938)] III-3-3
judaspenning centen: #NAME?  sente (Eigenbilzen) Judaspenning (lunaria biënnis). sierplant met grote bladeren en meestal donker roodpaarse, zelden witte, bloemen. De onderste bladeren en die van de rozet zijn diep ingesneden bij de steel en spits aan de top, de bovenste haast ongesteeld. De plant wordt [N 92 (1982)] III-4-3
juffrouw juffrouw: juffrew (Eigenbilzen, ... ) hoe spreekt u een ongetrouwde vrouw aan? [juffer, juffrouw, juf, uffrouw] [N 87 (1981)] || juffrouw [ZND 27 (1938)] III-3-1
jukbeen jukbeen: jukbeèn (Eigenbilzen) Jukbeen: het wangbeen onder het oog (koon, jukbeen, wangbeen). [N 106 (2001)] III-1-1
jurk kleed: kleid (Eigenbilzen), ə bleu kleed (Eigenbilzen), lange oe  kettoene klèd (Eigenbilzen), kleren (mv.): kleer (Eigenbilzen) blauw kleed [ZND 32 (1939)] || Een katoenen kleed. [ZND 41 (1943)] || jurk, japon, kleed van een vrouw [pon] [N 24 (1964)] III-1-3
jus, vleesnat jus: jus (Eigenbilzen), vleesnat: vléésnaot (Eigenbilzen) vleesnat, jus [ZND 36 (1941)] III-2-3
juweel juweel: jeweel (Eigenbilzen), juweel (Eigenbilzen), zjuweel (Eigenbilzen) Juweel. Een geslepen edelsteen die als sieraad dient [juweel, edelsteen, bijou, bagge] [N 114 (2002)] III-1-3
kaak wang: wang (Eigenbilzen) kaak [N 10b (1961)] III-1-1