24038 |
kruinschering: kruin scheren |
de kruin scheren:
de kroon schére (Q086p Eigenbilzen)
|
De kruinschering [kruungsjeëre]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
17649 |
kruis |
kruis:
ə krees, twee krezər (Q086p Eigenbilzen)
|
Een kruis, twee kruisen. [ZND 29 (1938)]
III-3-3
|
22476 |
kruis of munt |
kruis of munt:
krees of munt (Q086p Eigenbilzen),
kruis of munt (Q086p Eigenbilzen)
|
het kansspel waarbij een munt opgegooid wordt; de winnaar is degene die goed voorspeld heeft welke zijde (kruis of munt) boven zal liggen [koppelen, letteren, opgooien, omgooien, omroeien] [N 112 (2006)]
III-3-2
|
23203 |
kruisbeeld |
christus:
ənə kristus (Q086p Eigenbilzen),
crucifix (<lat.):
crucifix (Q086p Eigenbilzen),
kruis:
e krees (Q086p Eigenbilzen),
krees (Q086p Eigenbilzen, ...
Q086p Eigenbilzen,
Q086p Eigenbilzen,
Q086p Eigenbilzen)
|
Een beeld van Christus-aan-het-kruis [kruus, kruuts, kruu(t)sbeeld, kruusse-fiks?]. [N 96A (1989)] || Een kruisbeeld, het geheel van kruis en de eraan gehechte Christusfiguur. [N 96B (1989)] || Kruisbeeld. [ZND 22 (1936)]
III-3-3
|
33551 |
kruisbes |
kroezel:
kroesel (Q086p Eigenbilzen),
kroesele (Q086p Eigenbilzen)
|
kruisbes [ZND 16 (1934)]
I-7
|
23807 |
kruisdagen |
kruisdagen:
de kreesdoag (Q086p Eigenbilzen),
kreesdaag (Q086p Eigenbilzen)
|
De drie dagen vóór Hemelvaartsdag, de kruisdagen [krütsdaag, kruusdaog]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
24100 |
kruisheer |
kruisheer:
kreesheer (Q086p Eigenbilzen),
ne kreesheer (Q086p Eigenbilzen)
|
Een Kruisheer [Kruushier]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23750 |
kruisje aan een kettinkje |
ketteltje:
kéttelke (Q086p Eigenbilzen),
kruisje:
kreiske (Q086p Eigenbilzen),
kruisje aan een ketteltje:
krijske oan `n kettelke (Q086p Eigenbilzen)
|
Een kruisje, aan een kettinkje om de hals gedragen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23717 |
kruisje van de rozenkrans |
kruisje:
krijske (Q086p Eigenbilzen),
kruisje van de noster:
het krijske van de noster (Q086p Eigenbilzen)
|
Het kruisje aan de rozenkrans. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23314 |
kruisprocessie |
kruisprocessie (<lat.):
de kreespercesse (Q086p Eigenbilzen),
kre:spərsɛsə (Q086p Eigenbilzen),
kreesprecésse (Q086p Eigenbilzen)
|
De processie die tijdens de kruisdagen gehouden wordt voor een goede oogst, de kruisprocessie . [N 96C (1989)] || kruisen [RND]
III-3-3
|