e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eigenbilzen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
meditatie meditatie (<fr.): meditaotie (Eigenbilzen), meditatie (Eigenbilzen) Een meditatie, geestelijke overweging. [N 96B (1989)] III-3-3
meenemer meenemer: meenemer (Eigenbilzen) Metalen, oogvormig werktuig, onderdeel van de draaibank, dat op het te draaien voorwerp wordt gespannen en door de pen van de drijfplaat in beweging wordt gezet. Zie ook het lemma "drijfplaat", "klauwplaat" en afb. 91. [N 33, 229] II-11
meerderjarig mondig: znd 1 a-m; 1u, 158; 31, 23b;  minnig (Eigenbilzen, ... ) meerderjarig [ZND 01u (1924)] || meerderjarig (boven de 21 jaar) [ZND 01 (1922)] || meerderjarig ; hij is - (boven de 21 jaar) [ZND 31 (1939)] III-2-2
meerstemmige mis meerstemmig: meerstemmig (Eigenbilzen), meerstemmige mis: meerstemmige mès (Eigenbilzen), meerstemmige més (Eigenbilzen) Een meerstemmige mis, muziekmis. [N 96B (1989)] III-3-3
meester meester: mīstər (Eigenbilzen), mèèster (Eigenbilzen) (school)meester [RND] || onderwijzer; Hoe werd voor de 2e Wereldoorlog een onderwijzer van de lagere school genoemd? [DC 48 (1973)] III-3-1
meetje steken lijntje schieten: lijnke sjieten (Eigenbilzen), schramen: shreme (Eigenbilzen), Er werd een lijn op de grond getrokken van ongeveer 50 cm en op 5 m werd een werplijn getrokken. Vanaf deze lijn werd er met muntstukken gegooid om het kortst bij de andere lijn te liggen. Dit mocht men vijfmaal herhalen.  shréme (Eigenbilzen) het spel waarbij men centen werpt in een bepald vak [meetje steken, mitjezzen, flikken] [N 112 (2006)] || Met munten werpen. III-3-2
meetlint lintmeter: lintmeter (Eigenbilzen) Een oprolbaar ± 150 cm lang meetlint, vervaardigd van linnen en inwendig van koperdraad voorzien om het rekken of krimpen tegen te gaan (Gerritse, pag. 21). Zie afb. 2. [N 59, 2; N 62, 69] II-7
mei mei: mee steken (Eigenbilzen), meiboom: meeboam (Eigenbilzen) de tak, struik of vlag die geplaatst wordt op huizen in aanbouw [N 112 (2006)] || De tak, struik of vlag die geplaatst wordt op huizen in aanbouw. [N 88 (1982)] III-3-2
meiboom mei: (Eigenbilzen), meiboom: meiboom (Eigenbilzen) De omstreeks 1 mei op het dorpsplein opgerichte boom die, met linten en kransen versierd, het middelpunt van allerlei volksvermaken vormde [meiboom]. [N 88 (1982)] || Versierde tak, kleine boom of vlag die op de nok van een onderdak gebracht huis wordt geplaatst. [N 88, 183; monogr.] II-9, III-3-2
meid, dienstmeid maagd: mǭx (Eigenbilzen) Meid is een noordelijke vorm, een samentrekking uit maged, maagd. Kok en keukense slaan op de keukenmeid. Dienstbode is een expansie uit de (Noord-)Nederlandse standaardtaal. [L 1, a-m; L 1u, 156; L 38, 10; RND 118; R 12, 30; S 6 en 23; Wi 6; monogr.] I-6