e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eigenbilzen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ongelukkige sukkelaar: sukkelèèr (Eigenbilzen) iemand die door het ongeluk is getroffen [stakkerd, duts] [N 85 (1981)] III-1-4
ongeordende hoeveelheid, chaos bataklang: bataclan (Eigenbilzen, ... ), bul: bul (Eigenbilzen, ... ), ne bul (Eigenbilzen), klats (water): klìtsji (Eigenbilzen, ... ), nest: nis (Eigenbilzen, ... ) boel [ZND 01 (1922)], [ZND 32 (1939)], [ZND 33 (1940)] || een verwarde boel [hals, rommel, piëel, warwinkel, werzel, pan] [N 91 (1982)] III-4-4
ongewijde aarde ongewijde grond: ongewijde grond (Eigenbilzen, ... ) Het deel van het kerkhof dat vroeger diende als begraafplaats a) voor ongedoopt gestorven kinderen, b) evt. voor iemand die zelfmoord had gepleegd, c) evt. voor een gevonden maar niet geïdentificeerd lijk [ongewiejde èèrd, ...buiten de heg", verloren kerk [N 96A (1989)] III-3-3
onkuis heet: heet (Eigenbilzen), onkuis: onkuis (Eigenbilzen) onkuis, onzuiver, ontuchtig [N 96D (1989)] || onkuis; tot wellust neigend, onzedig [onkuis, wulps, ontuchtig] [N 86 (1981)] III-2-2
onkuisaard hoerenbok: hoerebok (Eigenbilzen), onkuisaard: onkuisaard (Eigenbilzen), smeerlap: smèèrlap (Eigenbilzen), smérlap (Eigenbilzen) Onkuisaard, viezerik op sexueel gebied [smeerlap, vieze beest, vieze fannie]. [N 96D (1989)] III-3-3
onkuisheid onnuttigheids: onnettighets (Eigenbilzen) Onkuisheid, onzuiverheid, ontuchtigheid [beesterij, zwijnerij]. [N 96D (1989)] III-3-3
onnozel persoon ezel: (= ezel).  jèzel (Eigenbilzen, ... ), kemel: (= kameel).  kjèmel (Eigenbilzen), onnozelaar: (èè = scherpe open e van met).  onnézelèèr (Eigenbilzen) een ezelachtig persoon, een zeer dom iemand [nienop, carnichon, loep, zebedeus, uil, uilskuiken, aap, sufferd] [N 85 (1981)] || een onozel persoon [stumper, bleuter] [N 85 (1981)] || iemand die ontzettend dom is [nienop] [N 85 (1981)] III-1-4
onnozele-kinderendag onnozele-kinderen: onneezel kinner (Eigenbilzen) 28 december, herinneringsdag van de kindermoord in Bethlehem, Onnozele Kinderen [Onnüezele Kinger, Allerkinderdag, der Kinderdag]. [N 96C (1989)] III-3-2
onrijp groen: grien (Eigenbilzen) Niet rijp, gezegd van een vrucht (groen, groenweg). [N 82 (1981)] III-2-3
onrijp, onvolgroeid groen: grien (Eigenbilzen) Niet rijp, gezegd van een vrucht (groen, groenweg). [N 82 (1981)] I-7