e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eigenbilzen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schouderstuk schouderstuk: šōrstęk (Eigenbilzen) Stuk ter bescherming van de schouder in een hemd. [N 62, 33] II-7
schoudervulling kussentjes: (enk)  kɛsǝkǝ (Eigenbilzen) Opvulsel op de schouders van een kledingstuk, om de schouderlijn te accentueren en figuurfouten te corrigeren en om een mooie valling van de mouwen te verkrijgen. Ze bestaat veelal uit watjes, 2 of 3 voor een normale schouder tot 4 √† 5 voor een hoge (Papenhuyzen III, pag. 26). [N 59, 99; N 62, 62] II-7
schraag schraag: šrǭx (Eigenbilzen) Een uit metaal vervaardigd gestel bestaande uit twee driehoekige steunen die met elkaar verbonden zijn, waarop de smid een werkstuk kan laten rusten. [N 33, 237] II-11
schram krets: krets (Eigenbilzen), schram: sjram (Eigenbilzen, ... ), sjreem (Eigenbilzen) Schram: streepvormige, zeer ondiepe verwonding van de bovenhuid (kras, schram, krab). [N 84 (1981)] || Schram: streepvormige, zeer ondiepe verwonding van de bovenhuid (kras, schram, krab, krets). [N 107 (2001)] III-1-2
schrammen kretsen: kretsen (Eigenbilzen), schrammen: sjramme (Eigenbilzen), sjreme(n) (Eigenbilzen) Schrammen: de bovenhuid zeer licht openrijten (schrammen, (s)krassen, krabbe(le)n). [N 107 (2001)] || Schrammen: de bovenhuid zeer licht openrijten (schrammen, krassen, skrassen). [N 84 (1981)] III-1-2
schrede schrede: sjrie (Eigenbilzen) Pas, stap: het plaatsen van de ene voet voor de andere bij het gaan (treden, tred, schrede, loop, stap). [N 84 (1981)] III-1-2
schreeuwen keken: kèken (Eigenbilzen) luid en doordringend roepen, schreeuwen [kweken, kwaken, keken, schreien, krijten, krijsen] [N 87 (1981)] III-3-1
schrijven schrijven: shreeve (Eigenbilzen), sjreeve (Eigenbilzen) Noem het (dialect)woord voor: het "met een stift, pen, potlood, krijt enz. aanbrengen van letters of cijfers op papier of een ander vlak voorwerp"? [schrijven] [N 102 (1998)] III-3-1
schrikachtig schouw: šǫu̯ (Eigenbilzen) Gezegd van schichtige, schuwe paarden, die angst hebben voor plotselinge geluiden en bewegingen. Zij slaan dan eventueel op hol, zodat zij streng aan de lijn gehouden dienen te worden. [JG 1a; N 8, 64j en 64k] I-9
schrikken verschieten: versjieten (Eigenbilzen) door een plotseling angstgevoel bevangen worden en daardoor een onwillekeurige beweging maken [schrikken, verschieteen, ijzen] [N 85 (1981)] III-1-4