17715 |
teelballen |
ballen/bollen:
Schertsend.
balle (Q086p Eigenbilzen),
balletjes/bolletjes:
Schertsend.
bollekes (Q086p Eigenbilzen),
klitsen:
i.e. oorspr. knikkers.
klitse (Q086p Eigenbilzen),
kloten:
Gemeen.
kloote (Q086p Eigenbilzen)
|
[N 10c (1995)]
III-1-1
|
33793 |
teelballen, testes |
kloten:
klōǝtǝ (Q086p Eigenbilzen)
|
[JG 1b; N 8, 36, 37a, 37b, 37c en 38]
I-9
|
33791 |
teellid |
schacht:
šaxt (Q086p Eigenbilzen),
zwans:
zwa.ns (Q086p Eigenbilzen)
|
Penis of roede. [JG 1a, 1b; N 8, 36, 37a en 37b]
I-9
|
17680 |
teen |
teen:
teen (Q086p Eigenbilzen)
|
teen [N 10b (1961)]
III-1-1
|
31131 |
teenstuk |
teen:
tę̄n (Q086p Eigenbilzen)
|
Reparatielapje onder de schoenzool, aan de teen. [N 60, 233d]
II-10
|
18483 |
teenstuk [wld ii.10, p. 60] |
teen:
teen (Q086p Eigenbilzen)
|
Het lapje onder de schoenzool, aan de teen (teenstuk, stootlap, stuitstuk) [N 60 (1973)]
III-1-3
|
22429 |
tegen de bal schoppen |
sjotten:
sjotten (Q086p Eigenbilzen)
|
Tegen de bal schoppen in het voetbalspel [schoppen, trappen]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
21210 |
telefoon |
telefoon:
telefoon (Q086p Eigenbilzen)
|
het toestel om de menselijke stem over te brengen [telefoon] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21211 |
telefooncel |
telefooncel:
telefooncel (Q086p Eigenbilzen)
|
het kleine vertrek van waaruit men kan telefoneren [telefooncel, cel] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21208 |
telegram |
telegram:
telegram (Q086p Eigenbilzen)
|
een per telegraaf overgebracht bericht [telegram, draadbericht] [N 90 (1982)]
III-3-1
|