e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eigenbilzen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
werk (zn.) werk: werk (Eigenbilzen, ... ) Eerst uw werk afmaken! [ZND 23 (1937)] || het werken, het arbeiden [foter, werk] [N 89 (1982)] III-3-1
werkbank werktafel: węrǝktǭfǝl (Eigenbilzen) De houten of metalen bank waarop de smid, loodgieter en koperslager het metaal kunnen bewerken. Vaak zijn er in het werkblad gaten aangebracht waarin tassen, staken etc. kunnen worden gestoken. De woordtypen schroefbank (L 290, 291, P 176b, Q 88) en vijsbank (P 47) duiden op een werkbank waarop een bankschroef is aangebracht. [N 33, 279; N 64, 30a; N 66, 11a] II-11
werkdag werkdag: swerdəsə klēͅr (Eigenbilzen) door-de-weekse kleren [t s werkendagse dinge, werkdinge] [N 23 (1964)] III-3-1
werken werken: wirəkə (Eigenbilzen), wèrken (Eigenbilzen, ... ) arbeid verrichten [werken, arbeiden, wrochten] [N 85 (1981)] || geregelde arbeid verrichten; zijn taak, beroep of bedrijf uitoefenen [werken, arbeiden, wrochten] [N 89 (1982)] || werken [RND] III-3-1
werkkleren oude kleren: a klèèr (Eigenbilzen), a kléér (Eigenbilzen), werkkleren: werkklèèr (Eigenbilzen), wèrkkléér (Eigenbilzen) De kleren die men draagt als men vuil of klusjes doet. [DC 62 (1987)] || Werkkleren. De kleren die men draagt als men klusjes doet. [N 114 (2002)] III-1-3
werklustig moedig: moedig aan t werk (Eigenbilzen) hoe drukt ge uit in uw dialect: hij is moedig aan het werk, hij is niet bang voor zijn moeite. [ZND 39 (1942)] III-1-4
werkschoen akkerschoen: akkersjoen (Eigenbilzen) ploegschoenen [bow-, werkschoon] [N 24 (1964)] III-1-3
werpen van jongen baggelen: voor zwijnen  baggelen (Eigenbilzen), jongelen: voor kleine dieren, b.v. katten, konijnen  jingelen (Eigenbilzen), kalven: koe  kaven (Eigenbilzen), veulen: paard  vjeulen (Eigenbilzen) Hoe noemt u een jong ter wereld brengen (jongen, moederen) [N 83 (1981)] III-4-2
wervelwind houwvrouw: het eerste gedeelte staat misschien in verband met slaan; het tweede =vrouw, dus iets als slaande vrouw; of dit iets te maken heeft met heksen kon niet achterhaald worden  heuwvrew (Eigenbilzen) Wervelwind. Hoe noemt men een ronddraaiende wind, die stof en zand van de grond doet opwervelen of water als een zuil omhoogzuigt ? (Nederl. wervelwind, in heviger vorm wel cycloon. N.B. Het Zeeuws-vlaamse nikkelstaart, het Drentse nokstaart, enz. doen ve [ZND 49 (1958)] III-4-4
wesp wesp: wesp (Eigenbilzen) wesp [ZND 27 (1938)] III-4-2