e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eigenbilzen

Overzicht

Gevonden: 4312
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
deurkruk, deurklink klink: kleŋk (Eigenbilzen) Handvat met ijzeren pin dat door de deurstijl in het slot wordt gestoken en dient om de dagschoot van het slot terug te kunnen trekken. Zie ook het lemma 'Dagschoot'. In Q 95 werd het woord 'klink' zowel gebruikt voor de ring of kruk aan de buitenkant van een deur waarmee men het sluitijzer kon oplichten, als voor het sluitijzer aan de binnenkant van de deur. [N 54, 100; N 79, 8; monogr.; Vld.] II-9
deurtje in een poortvleugel poortje: pu̯ǫtšǝ (Eigenbilzen) Om aan personen toegang te verlenen en om dan niet de gehele vleugel te moeten openen is er in een poortvleugel vaak een deurtje, dat meestal niet tot beneden reikt, waardoor men echt binnen moet stappen. Vaak is het zo klein dat men slechts in gebukte houding er door kan. Meestal is de poortvleugel niet gehalveerd. Door de functionele overeenkomst zijn de benamingen soms ook in gebruik voor het onderste deel van een gehalveerde poortvleugel (zie het lemma "onderdeur", 4.1.9). Doorgaans is uit de benamingen voor dergelijke deurtjes in de poorten van schuur en stal op te maken waar ze zich bevinden. Toegevoegd zijn ook de enkele aparte benamingen voor de toegangsdeur náást de poort. Zie ook afbeelding 18.f bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 4A, 42b; N 4, 38; JG 1a en 1b; monogr.; add. uit N 5A, 77d] I-6
deurwaarder huissier (fr.): hissir (Eigenbilzen) deurwaarder [ZND 33 (1940)] III-3-1
devotiecommunie devotiecommunie (<lat.): de devosie kemiene (Eigenbilzen) De devotie-communie. [N 96B (1989)] III-3-3
diarree afgang: aafgang (Eigenbilzen), schijt: aan de sjeet zien (Eigenbilzen), oan de sjeet (Eigenbilzen), sjeet (Eigenbilzen) Diarree, buikloop (dunne, pruts). [N 84 (1981)] || Diarree, buikloop (prutsj, loperij, aan de schiet, dunne, weke). [N 107 (2001)] III-1-2
dief schelm: sjelm (Eigenbilzen) dief [ZND 23 (1937)] III-3-1
dienstplicht doen bij de troep zijn: bij den trup zien (Eigenbilzen) zijn militaire dienst vervullen [opmoeten, binnenmoeten] [N 90 (1982)] III-3-1
dienstplicht moeten doen binnen moeten: bennemutten (Eigenbilzen), naar de troep moeten: (= naar de troep moeten).  no den trup mutten (Eigenbilzen) zijn militaire dienst vervullen [opmoeten, binnenmoeten] [N 90 (1982)] III-3-1
dier, beest beest: hier ook opgenomen mat. van ZND 21, 011  bees (Eigenbilzen), ook in ZND 23, 009  bees (Eigenbilzen) beest [ZND 01 (1922)] || dier [ZND 01 (1922)] III-4-2
dij bats: bats (Eigenbilzen) Hoe heet het been boven de knie ? [ZND 23 (1937)] III-1-1