e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eigenbilzen

Overzicht

Gevonden: 4312
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
duur duur: dier (Eigenbilzen, ... ) duur (hoge kostprijs) [ZND 24 (1937)] || veel kostend, hoog van prijs [duur, dier, duurkopig, duurzaam, durabel, prijzig] [N 89 (1982)] III-3-1
duwen duwen: dòwə (Eigenbilzen) duwen [RND] III-1-2
dwarsbalk biel: Opm. v.d. invuller: u = doffe [\\] van [lo:p\\].  bul (Eigenbilzen) de houten, stalen of gewapend betonnen dwarsbalk waarop de rails bevestigd zijn [biels, biel] [N 90 (1982)] III-3-1
dwarsbeuk kruis: het krees (Eigenbilzen), t krees (Eigenbilzen) Het dwarsschip, de dwarsbeuk van een kruiskerk [transept?]. [N 96A (1989)] III-3-3
dwarsdrijven warsdrijven: wjasdreevən (Eigenbilzen), wjasdrijven (Eigenbilzen) Hij moet altijd dwarsdrijven (anders willen zijn dan anderen). [ZND 23 (1937)] III-1-4
dwarsdrijver warsdrijver: wat ənə wjasdreever (Eigenbilzen), wat ənə wjasdrijvər (Eigenbilzen) Wat een dwarsdrijver! [ZND 23 (1937)] III-1-4
dweilen schrobben: sjrubbe (Eigenbilzen) Hoe noemt u het schoonmaken van stenen of houten vloeren, van stoepen enz. met behulp van water en een grove doek? [N105 (2000)] III-2-1
eau de cologne keuls water: keuls waoter (Eigenbilzen, ... ), reukwater: reekwoater (Eigenbilzen) Eau de cologne. Reukwater, eau de cologne [lodderijn] [N 114 (2002)] III-1-3
echtgenoot man: man (Eigenbilzen), méne man (Eigenbilzen) de man met wie men getrouwd is [man, mens, baas] [N 87 (1981)] || man met wie je getrouwd bent (echtgenoot) [N 102 (1998)] III-2-2
echtgenote vrouw: men vrew (Eigenbilzen), vrèw (Eigenbilzen) de vrouw met wie men getrouwd is [wijf, vrouw] [N 87 (1981)] || vrouw met wie je getrouwd bent (echtgenote) [N 102 (1998)] III-2-2