21418 |
duur |
duur:
dier (Q086p Eigenbilzen, ...
Q086p Eigenbilzen)
|
duur (hoge kostprijs) [ZND 24 (1937)] || veel kostend, hoog van prijs [duur, dier, duurkopig, duurzaam, durabel, prijzig] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
17895 |
duwen |
duwen:
dòwə (Q086p Eigenbilzen)
|
duwen [RND]
III-1-2
|
21165 |
dwarsbalk |
biel:
Opm. v.d. invuller: u = doffe [\\] van [lo:p\\].
bul (Q086p Eigenbilzen)
|
de houten, stalen of gewapend betonnen dwarsbalk waarop de rails bevestigd zijn [biels, biel] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
23356 |
dwarsbeuk |
kruis:
het krees (Q086p Eigenbilzen),
t krees (Q086p Eigenbilzen)
|
Het dwarsschip, de dwarsbeuk van een kruiskerk [transept?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
19330 |
dwarsdrijven |
warsdrijven:
wjasdreevən (Q086p Eigenbilzen),
wjasdrijven (Q086p Eigenbilzen)
|
Hij moet altijd dwarsdrijven (anders willen zijn dan anderen). [ZND 23 (1937)]
III-1-4
|
19345 |
dwarsdrijver |
warsdrijver:
wat ənə wjasdreever (Q086p Eigenbilzen),
wat ənə wjasdrijvər (Q086p Eigenbilzen)
|
Wat een dwarsdrijver! [ZND 23 (1937)]
III-1-4
|
19657 |
dweilen |
schrobben:
sjrubbe (Q086p Eigenbilzen)
|
Hoe noemt u het schoonmaken van stenen of houten vloeren, van stoepen enz. met behulp van water en een grove doek? [N105 (2000)]
III-2-1
|
18405 |
eau de cologne |
keuls water:
keuls waoter (Q086p Eigenbilzen, ...
Q086p Eigenbilzen),
reukwater:
reekwoater (Q086p Eigenbilzen)
|
Eau de cologne. Reukwater, eau de cologne [lodderijn] [N 114 (2002)]
III-1-3
|
20394 |
echtgenoot |
man:
man (Q086p Eigenbilzen),
méne man (Q086p Eigenbilzen)
|
de man met wie men getrouwd is [man, mens, baas] [N 87 (1981)] || man met wie je getrouwd bent (echtgenoot) [N 102 (1998)]
III-2-2
|
20391 |
echtgenote |
vrouw:
men vrew (Q086p Eigenbilzen),
vrèw (Q086p Eigenbilzen)
|
de vrouw met wie men getrouwd is [wijf, vrouw] [N 87 (1981)] || vrouw met wie je getrouwd bent (echtgenote) [N 102 (1998)]
III-2-2
|