e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eijsden

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lang schortlint lint: lingte (Eijsden) linten, lange ~ of banden waarmee een voorschoot om het middel wordt geknoopt [binders] [N 24 (1964)] III-1-3
lange broek broek: brook (Eijsden, ... ) een lange broek [N 59 (1973)] || pantalon, lange broek [N 23 (1964)] III-1-3
lange dunne boom kruppel: ideosyncr.  kruppel (Eijsden), piezel: ideosyncr.  píezzel (Eijsden) Een lange dunne boom (zwiemel). [N 82 (1981)] III-4-3
lange dunne tak gard: ideosyncr.  geert (Eijsden) Een lange dunne tak (geert) [N 82 (1981)] III-4-3
lange onderbroek? lange onderbroek: lang ongderbrook (Eijsden), onderbroek: ongderbrook (Eijsden) Lange onderbroek voor mannen. [DC 62 (1987)] || onderbroek, lange ~ [N 25 (1964)] III-1-3
lange overjas ulster: WNT: ulster (I). Naar de Noordiersche provincie Ulster. Lange, ruime heerenwinterjas van een warme, ruwe stof, met dubbele rij knoopen en breede revers.  hulster (Eijsden) een lange dikke overjas [N 59 (1973)] III-1-3
lange smalle broekzak centimetertas: centimetertes (Eijsden) lange smalle zak op broekspijp (voor mes, duimstok etc.) [N 59 (1973)] III-1-3
lantaarn lucht: luch (Eijsden) lantaarn [SGV (1914)] III-2-1
lap op een schoen huif: howf (Eijsden) lap op een schoen, stukje leer waarmee het bovenleer wordt gerepareerd [N 24 (1964)] III-1-3
lasteren kwaadspreken: koedschprèke (Eijsden) laster [SGV (1914)] III-1-4