e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eijsden

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rups rups: roepsch (Eijsden, ... ), Veldeke  ’n rups (Eijsden), Veldeke ook wel  roeps (Eijsden) rups [N 26 (1964)], [SGV (1914)] III-4-2
rusten rusten: röschte (Eijsden), schoften: sjoefte (Eijsden) rusten [SGV (1914)] || Rusten: rust houden na arbeid of vermoeienis (schoven, schoften). [N 84 (1981)] III-1-2
ruw, hard ruw: roew (Eijsden) ruw [SGV (1914)] III-3-1
ruw, ruig ruw: roew (Eijsden), ruwharig: rōēwhoarig (Eijsden) ruig [SGV (1914)] || ruw [SGV (1914)] III-4-4
sacristie gerfkamer: gerfkoimer (Eijsden) gerfkamer [SGV (1914)] III-3-3
samenspannen houden: hauwe (Eijsden) heulen (met iemand) [SGV (1914)] III-3-1
sandaal sandaal: sandaal (Eijsden) sandaal [N 24 (1964)] III-1-3
sap broei: brø̄j (Eijsden) De vloeistof die na het zeven overblijft. [N 57, 23a; monogr.] II-2
sap in planten sap: ideosyncr.  saap (Eijsden) Het vocht dat zich in planten of plantendelen bevindt of eruit verkregen is (sap, tocht). [N 82 (1981)] III-4-3
sap van een vrucht broei: cf du brühe  breuj (Eijsden), jus: ideosyncr.  jus (Eijsden), sap: ideosyncr.  saap (Eijsden, ... ) Het sap van een vrucht (sap, tocht). [N 82 (1981)] || Het vocht dat zich in planten of plantendelen bevindt of eruit verkregen is (sap, tocht). [N 82 (1981)] I-7