| 21390 |
verklaren |
verklaren:
verkloare (Q198p Eijsden)
|
verklaren [SGV (1914)]
III-3-1
|
| 21392 |
verkoper |
verkoper:
verkuiper (Q198p Eijsden)
|
verkooper [SGV (1914)]
III-3-1
|
| 18074 |
verkouden |
versnopt:
versjnoept (Q198p Eijsden)
|
Verkouden: verkouden zijn; ontsteking van neusslijmvlies, met neusverstopping en slijmafscheiding (verkoud, verkouden, verkeld, versnoft). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
| 21685 |
verkwanselen |
verfotsen:
Algemene opmerking: invuller twijfelt over het spellingssysteem (Veldeke). Aangezien de lijst normaal (dus in gewoon Nederlands) is ingevuld, heb ik de lijst letterlijk overgenomen, dus niet(s) omgespeld!
verfoetsje (Q198p Eijsden)
|
Verkwanselen, op verachtelijke wijze verhandelen [vertuitelen, verkwanselen?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
| 21659 |
verlagen |
afgaan:
Algemene opmerking: invuller twijfelt over het spellingssysteem (Veldeke). Aangezien de lijst normaal (dus in gewoon Nederlands) is ingevuld, heb ik de lijst letterlijk overgenomen, dus niet(s) omgespeld!
de prejs geun aof (Q198p Eijsden)
|
verlagen, iets in prijs ~ [afzetten? b.v. de biggen zijn afgezet?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
| 19038 |
verlegen |
beschaamd:
besjéémt (Q198p Eijsden, ...
Q198p Eijsden)
|
verlegen [schoow, sjou, bluuj, besjeemt] [N 06 (1960)]
III-1-4
|
| 21393 |
verliezen |
verlieren:
verleere (Q198p Eijsden, ...
Q198p Eijsden)
|
verliezen [SGV (1914)]
III-3-1, III-3-2
|
| 25098 |
vernielen |
vernielen:
verneele (Q198p Eijsden)
|
vernielen [SGV (1914)]
III-4-4
|
| 22709 |
verschillende knikkerspelen |
boedelen:
in een kuiltje
boedele (Q198p Eijsden),
oord schieten:
centen in een ovaal rondje zetten en die met een knikker eruit schieten
eurt sjeute (Q198p Eijsden),
steken:
sjtiekke (Q198p Eijsden)
|
Hoe worden (werden) de verschillende knikkerspelen genoemd? [N R (1968)], [N R (1968)]
III-3-2
|
| 18709 |
versierde schouderdoek |
achtkantige plag:
werd verschillende malen gevouwen zodat de figuur op de rug kwam
aach-kentige plak (Q198p Eijsden, ...
Q198p Eijsden)
|
schouderdoek, versierde ~ door meisjes gedragen in de processie of bij de Plechtige Communie [kardinaal] [N 23 (1964)] || Schouderdoek, versierde ~ door meisjes gedragen in de processie of bij de Plechtige Communie [kardinaal]. [N 23 (1964)]
III-1-3, III-3-3
|