17714 |
vrouwelijk geslachtsdeel |
fluit:
fleut (Q198p Eijsden),
kut:
Gemeen.
kut (Q198p Eijsden),
lijf:
Gewoon.
līēf (Q198p Eijsden)
|
[N 10c (1961)]
III-1-1
|
34308 |
vrouwelijk varken |
zoog:
zu̯ūx (Q198p Eijsden),
zōǝx (Q198p Eijsden),
zūx (Q198p Eijsden)
|
Vrouwelijk varken. Ten aanzien van gelt wordt opgemerkt dat het synoniem is met zeug (L 416), dat het een vrouwelijk, niet gedreven varken is (L 312, 353), dat het een vrouwelijk varken is dat niet dient voor de kweek (L 282, 286, 313, 315, 316, 354, 355, 356) of juist wel voor de kweek is bestemd (K 278). Verder kan het een oud woord zijn voor de zeug (L 354, 355) en kan het op een gesneden, vrouwelijk varken duiden (L 312). Oorspronkelijk duidde gelt op het gecastreerde vrouwelijk varken. In de loop van deze eeuw is men gelt ook gaan gebruiken voor het vrouwelijk varken. [L 20, 4a; L 14, 13; L 3, 2a; JG 1a, 1b, 1c, 1d, 2c; A 4, 4c; Wi 9; NE 1, 12; NE 2.I.8; AGV K1; R XII, 46; Gwn 5, 11; N M, 22 add.; N C, add.; Vld.; monogr.]
I-12
|
21920 |
vrouwelijke duif |
wijfje:
wijfke (Q198p Eijsden)
|
Wijfjesduif. [SGV (1914)]
III-3-2
|
34543 |
vrouwelijke eend |
eend:
ēnt (Q198p Eijsden)
|
[L 1a-m; JG 1a, 1b; S 18; A 6, add.]
I-12
|
34550 |
vrouwelijke gans |
gans:
gās (Q198p Eijsden),
hoen:
hōn (Q198p Eijsden)
|
[A 6, 5b; L 1a-m; JG 1a, 1b; S 9; monogr.]
I-12
|
34556 |
vrouwelijke kalkoen |
schroet:
šrūt (Q198p Eijsden)
|
[A 6, 3b; L 1, 113; monogr.]
I-12
|
34473 |
vrouwelijke kip |
hoen:
hōn (Q198p Eijsden)
|
De hen is het wijfje van het tamme huishoen. [N 19, 37; Wi 13; Wi 14; Wi 17; NE II, 10; Gwn 5, 14; A 11, 1c; A6, 1b; L 6, 20a; L 22, 22; L 28, 35; L 42, 5; L 33, 20; L 34, 12; L 34, 13; JG 1a, 1b; S 14; L 1a-m; Vld.; monogr.]
I-12
|
18672 |
vrouwenkleren |
vrouwenkleren:
vrowwekléjer (Q198p Eijsden),
vrouwluikleren:
vrowlujkleier (Q198p Eijsden)
|
vrouwenkleren [t vrouwendinge, de schörte] [N 23 (1964)] || Vrouwenkleren. [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
18576 |
vrouwenondergoed |
lijnwaad:
lievend (Q198p Eijsden)
|
Ondergoed voor vrouwen. [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
18598 |
vrouwenonderhemd? |
lijfje:
lijfke (Q198p Eijsden),
vrouwenhemd:
vrowwehimd (Q198p Eijsden)
|
onderhemd voor vrouwen [N 25 (1964)] || Onderhemd voor vrouwen. Hoe noemt men in uw dialect het hemd dat onder de bovenkleding wordt gedragen, direct op het lichaam: van vrouwen? [DC 62 (1987)]
III-1-3
|