e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eind

Overzicht

Gevonden: 1638
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
het vuur aansteken aandoen: āndō.n (Eind), aansteken: ānstēͅkə (Eind), vinken: ve.ŋkə (Eind) aansteken || ontsteken III-2-1
hete bliksem hete bliksem: heite bliksem (Eind) stamppot van aardappelen en appelen, zo genoemd omdat die erg heet wordt opgediend III-2-3
heten heten: heîte (Eind) noemen, heten III-2-2
hoefijzer ijzer: īs˱dǝr (Eind) IJzeren hoefbescherming, meestal in de vorm van de onderrand van de hoef. Het hoefijzer wordt doorgaans met behulp van hoefnagels aan de hoef bevestigd. Zie ook afb. 221 en het lemma ɛhoefijzer met speciale vorm of uitrustingɛ.' [N 13, 84; N 33, 352; L 35, 104; L 27, 6 add.; JG 1a; JG 1b; monogr.; Vld.] II-11
hoefmes renet: rǝnɛt (Eind  [(kromgebogen mes voor het verwijderen van overtollige hoorn alvorens een paard een nieuw hoefijzer onder te leggen)]  ) Het mesachtige werktuig waarmee de paardenhoef wordt bijgesneden en gereinigd alvorens het nieuwe hoefijzer wordt geplaatst. Zie ook afb. 228. Invullers uit L 165 en L 213 gebruikten een tang om hoorn van de hoef af te knippen. [JG 1a; JG 1b; N 33, 363-365; monogr.; N 33, 181] II-11
hommel hommeltje: mv.  hummeltjer (Eind) hommel III-4-2
hond duuk: duuk (Eind, ... ), hond: hoónt (Eind, ... ) hond III-2-1
hondenhok hondskooi: hoŋskuəi̯ (Eind) hondenhok III-2-1
hoofddoek kopplag: klopplak (Eind), kop plak (Eind) hoofddoek dichtgeknoopt onder de kin [plak, pleksek, kopdeuksek, zielewermer] [N 23 (1964)] III-1-3
hoofdkaas hoofdkaas: Huitkieës met broeët  huitkieës (Eind) zult III-2-3