e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q007p plaats=Eisden

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
raden raden: kons ste dat raoje (Eisden) Kunt ge dat raden? [ZND 06 (1924)] III-1-4
radijs radijs: rədīs (Eisden) [ZND 41 (1943)] I-7
radmaker radermaker: rājǝrmēkǝr (Eisden) Vakman die gespecialiseerd is in het maken van houten wielen voor karren en wagens. Reparaties aan de houten wielen konden niet alleen door de wagenmaker, maar ook door de timmerman/schrijnwerker worden uitgevoerd. Zegslieden uit de volgende plaatsen gaven dit antwoord: Paal (K 357), Neerpelt (L 312), Overpelt (L 314), Kaulille (L 316), Neeroeteren (L 368), Maaseik (L 372), Opoeteren (L 415), Meldert (P 45), Duras (P 115), Ulbeek (P 121), Hoepertingen (P 188), Waasmont (P 211), Veldwezelt (Q 91), ɛs-Herenelderen (Q 168). De metalen onderdelen voor de kar- en wagenwielen, zoals de wielbanden en de asbus werden vaak door de lokale smid geleverd. Hij voerde daar ook reparaties aan uit. Dit laatste was volgens informatie van de zegslieden het geval in Heppen (K 316), Beringen (K 358), Neerpelt (L 312), Bocholt (L 317), Gruitrode (L 366), Neerglabbeek (L 367), Ulbeek (P 121), Sint-Truiden (P 176), Hasselt (Q 2), Genk (Q 3) en Neerharen (Q 96c). Zie verder ook de paragraaf over de vaktaal van de karsmid in wld II.11, pag. 128-139.' [N G, 1b; N G, 2; L 34, 18; monogr.] II-12
rafel dreumel: dreumələ (Eisden), rafel: røfǝl (Eisden), uitgerafeld (volt. deelw.): het oetgeruffeld (Eisden) Hoe noemt U een rafel? [N 62 (1973)] || Rafelige plek in een weefsel. [N 62, 45b; MW] || Rafels. Hoe noemt men de rafels die afhangen aan zeer versleten kleren ? [ZND 41 (1943)] II-7, III-1-3
rafelen rafelen: ruffele (Eisden), rǭfǝlǝ (Eisden), ruffelen: røfǝlǝ (Eisden) Hoe zegt U: de stof zal rafelen? [N 62 (1973)] || Uitvezelen van stof. [N 59, 188; N 62, 45a; MW; S 29; monogr.] II-7, III-1-3
ragebol spinnenborstel: speͅnəbøͅ(r)stəl (Eisden) ragebol, bolvormige borstel waarmee spinnewebben worden verwijderd [N 26 (1964)] III-2-1
rails richels: richels (Eisden) rails [ZND 41 (1943)] III-3-1
rammelaar rammelaar: rɛməlēͅr (Eisden) rammelaar, mannetje konijn [Goossens 1b (1960)] III-2-1
rammelkar hotselaar: hutsǝlē̜r (Eisden) Kar die veel lawaai maakt. [N 17, 92] I-13
rammenas rammenas: ramenas (Eisden) [ZND 41 (1943)] I-7