e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q007p plaats=Eisden

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schoffelmachine schoffelmachine: šofǝlmǝšin (Eisden) Eenvoudig duwgereedschap dat eruit ziet als een kruiwagen en bestaat uit een (of meer) schoffelijzer(s) aan een wiel, waaraan twee duwburries zitten en waarmee tussen rijen planten wordt gewied. [N 18, 47; N J, 8a; monogr.; add. uit N 18, 51] I-5
schoft schocht: šǫx (Eisden) Het benige uitsteeksel dat de hals van de rug scheidt, het hoogste punt van de ruggegraat. Zie afbeelding 2.17. [JG 1a, 1b; N 8, 14, 32.1 en 32.2] I-9
schoftzadel zadel: zāl (Eisden) Het zadel dat een tussen berries ingespannen paard op de schoft draagt. [JG 1a, 1b; N 13, 64a; monogr.] I-10
schokken slaan: slǭn (Eisden) Gezegd van een kar of wagen. [N 17, 97] I-13
schommel schokkel: de sjokkel (Eisden), /  schokkel (Eisden, ... ) schommel [SND (2006)] || Schommel. [ZND 14 (1926)] III-3-2
schommelen schokkelen: /  schokkele (Eisden) schommelen [SND (2006)] III-3-2
school school: šu.əl (Eisden) school [RND] III-3-1
schoolkinderen schoolkinderen: ṣu.əlkɛjnər (Eisden) schoolkinderen [RND] III-3-1
schoondochter schoondochter: schoendochter (Eisden) schoondochter [ZND 06 (1924)] III-2-2
schoonmoeder schoonmoeder: schoemoeder (Eisden) schoonmoeder [ZND 06 (1924)] III-2-2