e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q007p plaats=Eisden

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
trapnaaimachine naaimachine met pedaal: niǝmǝšin męt pǝdal (Eisden) Naaimachine die men door trapbewegingen van de voet in beweging zet. [N 59, 17b] II-7
trappist trappist: trappis (Eisden) Een Trappist [Latrap]. [N 96D (1989)] III-3-3
trede trede: trēi̯ (Eisden) De ijzeren opstapper die bij de huifkar aan een van de berries is opgehangen. Bij het rijtuig maakt de trede deel uit van de bak. [N 17, 39; N G, 59d; monogr.] I-13
treeft roostertje: rȳstǝrkǝ (Eisden) Rooster om een heet ijzer op te zetten. De informant van Q 83 gebruikt als onderzetter meestal een (schoen)zool. Zie afb. 18. [N 59, 22] II-7
trein van mijnwagens râme: ramp (Eisden  [(Eisden)]   [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]) Rij aaneengekoppelde mijnwagens. [monogr.; Vwo 648; Vwo 663; Vwo 664; N 95, 674] II-5
treingeleider chef statie: chef statie (Eisden  [(Eisden)]   [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]), chef trein: chef trein (Eisden  [(Eisden)]   [Zolder]) De man die ondergronds verantwoordelijk is voor de goede gang van zaken bij het vervoer van personeel door middel van personentreinen. Uit de opgave "chef porion" uit L 286 voor de mijn van Eisden blijkt dat deze daar ook de functie van treingeleider vervult. [N 95, 715] II-5
treiteren plagen: eine ploage (Eisden), einə plaagə (Eisden), treiteren: eine trêtéré (Eisden), einə traitərə (Eisden) Hoe zegt men "iemand plagen, tergen, kreten"? [ZND 36 (1941)] || Iemand kwellen, plagen (geef gelijkbetekenende woorden op). [ZND 29 (1938)] III-1-4
trekhaken, -ogen ogen: ǫu̯.gǝ (Eisden) IJzeren haken of ogen die aan de voorkant van het haam aan de haamijzers of treiten bevestigd zijn, op elke haamspaan een. Aan die haken of ogen worden de strengen bevestigd waarmee het paard trekt. Er zijn hamen met ogen, dan hebben de strengen aan het uiteinde haken, heeft het haam daarentegen haken, dan zijn de strengen aan het uiteinde van ogen voorzien. [JG 1a, 1b, 2b; N 13, 6a en 6b; N 36, 12] I-10
trekharmonica monica: meoneka (Eisden), trekzak: trekzak (Eisden) Hoe heet het populaire muziekinstrument, dat uit een vierkante blaasbalg bestaat, die met beide handen wordt ineengedrukt of uitgetrokken, terwijl de vingers toesten neerdrukken? [ZND 26 (1937)] III-3-2
trekken trekken: trękǝ (Eisden) Te nauw zijn van een kledingstuk of een onderdeel daarvan. [N 62, 26b] II-7