e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eksel

Overzicht

Gevonden: 4790
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
een priktol bovenhands uitwerpen kappen: kappen (Eksel, ... ), kapə (Eksel) Een harde puntslag van een priktol op een andere die ligt of draait [pramooi, pikadder, pug, peg, punk, piek, piko, keek, mok]. [N 88 (1982)] || een priktol [tol met een ijzeren punt die geworpen wordt] bovenhands uitwerpen, om er een andere mee te treffen [kampen, kappen, klodderen] [N 112 (2006)] || Een priktol [tol met een ijzeren punt die geworpen wordt] bovenhands uitwerpen, om er een andere mee te treffen [kampen, kappen, klodderen]. [N 88 (1982)] || Manier van tollen, de tol rechtstaand op de grond werpen, snel de koord terug trekken en zodoende de tol doen draaien. III-3-2
een riek mest riek (mest): rik (Eksel) Een riek mest is de hoeveelheid mest die men in één keer met de riek kan opnemen. Die hoeveelheid is kleiner naarmate de mest meer verteerd is en daardoor gemakkelijker uiteenvalt. Van de termen die in dit lemma voorkomen, zijn er sommige (ook) van toepassing op een brok of klont mest: een aaneenklevende, weke massa goed verteerde mest. [N M, 12a; JG 1a + 1b + 2c; N 11A, 14; monogr.] I-1
een rozenhoedje bidden rozenhoedje: roeezenhuuke (Eksel), rozenhoedje beden: roeezenhuke beeen (Eksel), roeezenhuuke been (Eksel) Een Rozenhoedje bidden [de roozekrans bèèje, ziech der roeëzekrans beëne?]. [N 96B (1989)] III-3-3
een spel kaarten kaarten (mv.): kowerten (Eksel) Een spel kaarten [stok, spel, speul]. [N 88 (1982)] III-3-2
een tol op de hand laten draaien de dop op de hand pakken: Hiervoor moest men met gestrekte hand, de wijsvinger en de middenvinger in V-vorm van elkaar gescheiden, de draaiende tol benaderen in dit V-vlak. Met een kort stootje met de wijsvinger duwde je de tol op de hand.  den dop oppe haand pakken (Eksel), de dop op de hand zetten: den dop oppe hand zètten en doorgeven (Eksel), opscheppen: upschøpə (Eksel), scheppen: scheppen (Eksel) De draaiende tol op de hand werd over geplaatst op de hand van medespelers. || Een draaiende tol op de hand laten draaien. || een tol op de hand laten draaien [scheppen, deinderen] [N 112 (2006)] III-3-2
een veulen werpen veulenen: vø̄lǝnǝn (Eksel) Als de weeën toenemen, gaat de merrie liggen. De geboorte begint, als de vliezen breken en het vruchtwater wegloopt. [JG 1a, 1b; N 8, 52] I-9
een weide scheuren blekken: blękǝn (Eksel), scheuren: sxyǝrǝn (Eksel  [(minder gebruikelijk dan blekken)]  ) Een weide scheuren is het omploegen van weiland, vooral om het daarna als akkerland te gebruiken. Voor (delen van) varianten die hieronder in de [... [JG 1a + 1b + 1c + 1d; N 11, 42a + b + c; N 11A, 114 + 115a + b; monogr.] I-1
een wind laten een scheet laten: een scheet lötte (Eksel), n scheet lutten (Eksel), n scheet lütten (Eksel), een scheet laten vliegen: een scheet lötte vliege (Eksel), n scheet lütten vliegen (Eksel), een veest laten: een veest löten (Eksel), ene laten vliegen: er inne lotte vliege (Eksel), ter inne lutte vliegen (Eksel), klinker: klinker (Eksel), poepen: poepen (Eksel), poerten: poerten (Eksel, ... ), veesten: veesten (Eksel, ... ) wind laten [N 10c (1995)] III-1-1
een ziekte onder de leden hebben iets op de leden hebben: hij hit iets op lèè (Eksel), in een kwaad vel zitten: {ko.}{v.l}  in n ko vel zitten (Eksel), in geen goed vel zitten: hij zit in gih goed vêl (Eksel) Kwaal: langdurige of telkens terugkerende ziekte (kwaal, klets, muik). [N 107 (2001)], [N 84 (1981)] || ziekte onder de leden hebben [N 10 (1961)] III-1-2
een zwerm opvangen vaten: vǭǝ.tǝ (Eksel) Het opvangen van een zwerm in een schepkorf. Wanneer een zwerm zich vastgezet heeft aan een tak of iets dergelijks, dan brengt de imker een kleine schepkorf onder de tros. Met een flinke ruk aan de tak valt de zwerm in de korf. Wanneer de bijen in de korf zitten, wordt deze langzaam omgedraaid, omdat de bijen zich aan de strowand of aan elkaar moeten kunnen vastklemmen. Soms moet men een tweede of derde ruk aan de tak geven. Hoe langer een zwerm hangt, hoe vaster hij zit. Een imker moet dus met scheppen niet al te lang wachten. De objecten zwerm, bij e.a. zijn in dit lemma niet gedocumenteerd. [N 63, 84a; JG 1a+1b; JG 2b-5, 4; Ge 37, 105; monogr.] II-6