e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eksel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
fokzeug zoog: zō.x (Eksel) Zeug die men houdt om biggen te winnen. [JG 1a, 1b; N M, 22 add.; monogr.] I-12
fonkelen, flonkeren flonkeren: flonkeren (Eksel) levendig, maar niet onrustig stralen of glanzen, warm schitteren [sprietelen, fonkelen, flonkeren] [N 91 (1982)] III-4-4
fooi pree (<fr.): pree (Eksel) de gift in geld aan iemand die een dienst verleend heeft (vanwege zijn beroep) [fooi, pree, drinkgeld] [N 89 (1982)] III-3-1
fout in voetbal fool (<eng.): foel (Eksel) Fout. III-3-2
framboos hennenbeer: hinnenbeer (Eksel) framboos [ZND 34 (1940)] I-7
franciscaan bruine pater (lat.): bruine pâter (Eksel) Een Franciscaan of Minderbroeder [bruine pater, de Broune, Minnebroor, broene paater]. [N 96D (1989)] III-3-3
franje flochetje (<fr.): Samengebonden. Loshangende draadjes = ?  flosjkes (Eksel), piezel: piezels (Eksel) Franje. Een randversiering bestaande uit een boordsel met een reeks afhangende draden, meestal in bundels of kwasten bijeen-gehouden [franje, franjel, fraling] [N 114 (2002)] III-1-3
fret fis: fis (Eksel), fret: fret (Eksel, ... ) fret: Hoe noemt u in uw dialect het marterachtige roofdier waarmee men jaagt op konijnen (het is de tamme albinovorm van de bunzing)? [N100 (1997)] III-4-2
fronsen fronselen: PLAATS: De informant geeft als gehucht Kiefhoek op.  fronselen (Eksel), fronsen: fronsen (Eksel), rimpselen: rumselen (Eksel, ... ) Fronsen: tot rimpels samentrekken, gezegd van wenkbrauwen en voorhoofd (fronsen, fronselen, rimpelen). [N 106 (2001)] || Fronsen: tot rimpels samentrekken, gezegd van wenkbrauwen en voorhoofd (fronsen, zich fronsen, fronselen, rimpelen). [N 84 (1981)] III-1-1
fruit bewaren muiken: verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m, 38-51 (in de betekenis van laten rijp worden, het versteken is hier onbekend)  mokken (Eksel) leggen de kinderen fruit te rijpen in verborgen hoekjes; hoe noemen zij dat: meuken of iets dergelijks? [ZND 01u (1924)] III-2-3