e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eksel

Overzicht

Gevonden: 4790
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
baret vlaaischotel: vloaischoittel (Eksel) baret [flat, floets] [N 25 (1964)] III-1-3
barrevoets barrevoets: baerəvuts (Eksel) blootvoets [RND] III-1-3
bazige vrouw bemoeial: bemoeial (Eksel) een vrouw die over iedereen de baas wil spelen en die overal aanmerkingen op heeft [kanjer, karonje, kastine, element] [N 85 (1981)] III-1-4
bed bed: beͅt (Eksel), bɛt (Eksel) bed [RND], [ZND A1 (1940sq)] III-2-1
beddenbak, ressortbak ledikant: lēdikant (Eksel), ressortbak: rēͅsōͅərbak (Eksel) Het algemene woord voor een met stro, paardehaar, kapok, veren enz. stijf gevulde beddezak die dient als onderbed (matras, bed) [N 79 (1979)] || Houten gedeelte van een bed (Nederl. ledikant; Fr. bois du lit) [ZND 02 (1923)] III-2-1
beddenhemel hemel: hemel (Eksel) Houten overkapping met een gordijn boven een ledikant (troon, hemel) [N 79 (1979)] III-2-1
beddenlaken laken: lākən (Eksel) Een laken (op een bed) [ZND 34 (1940)] III-2-1
bedekt een onaangenaamheid zeggen heimelijk steken: heimelek steken (Eksel), steken: steken (Eksel) iemand bedekt een onaangenaamheid zeggen steken onder water geven [giepen] [N 85 (1981)] || iemand in bedekte woorden een onaangenaamheid zeggen [giepen] [N 85 (1981)] III-3-1
bedelaar bedelaar: bèddelĕĕr (Eksel) de arme persoon die rondgaat of ergens zit om aalmoezen te vragen [schooier, bedelaar, klopper, rondloper, stuper, skurriekrijger] [N 89 (1982)] III-3-1
bedelaarsvrouw schooi: schooi (Eksel) een schooiersvrouw [trut] [N 89 (1982)] III-3-1