e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eksel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
landrol wel: wɛl (Eksel) De vroeger houten, later ijzeren rol om aard-kluiten van geploegd land te breken, de akker vlak te maken, het zaad in de aarde vast te drukken, enz. Zie afb. 81 en 82. [JG 1a + 1b; N 11, 86; N 11A, 183 + 185; N J, 10 add.; N P, 20 add.; A 40, 9; monogr.] I-2
landstreek streek: strēk (Eksel) streek [ZND A1 (1940sq)] III-4-4
lang schortlint bindsel: binsels (Eksel), lint: linten (Eksel) linten, lange ~ of banden waarmee een voorschoot om het middel wordt geknoopt [binders] [N 24 (1964)] III-1-3
lange dunne boom gard: gèr (Eksel) Een lange dunne boom (zwiemel). [N 82 (1981)] III-4-3
lange dunne tak geer: gèr (Eksel) Een lange dunne tak (geert) [N 82 (1981)] III-4-3
lange grijze kous strump: strumpen (Eksel) kousen, lange grijze ~ die door slagers (beenhouwers) over de broekspijpen worden gedragen [beenhouwerskousen] [N 24 (1964)] III-1-3
lange kleurige herenkous manssportkous: manssportkose (Eksel) mannenkousen, lange kleurige ~ (vero) [hooze] [N 24 (1964)] III-1-3
lange neus gevel: gevel (Eksel), PLAATS: De informant geeft als gehucht Kiefhoek op.  gevel (Eksel), lange neus: een lang noaës (Eksel), neus gelijk een herenpeer: een noaës gelèk een hīērepeer (Eksel) neus, Een lange ~ (fokker, domphoren, vonk). [N 84 (1981)] || neus, Een lange ~ (fokker, domphoren, vonk, koker, kuit, gevel). [N 106 (2001)] III-1-1
lange onderbroek? lange onderboks: lang onderboks (Eksel) onderbroek, lange ~ [N 25 (1964)] III-1-3
lange overjas jagersjas: jagersjas (Eksel, ... ) overjas, lange ~, dik en warm [euverpalto, palzeer, jaager] [N 23 (1964)] III-1-3