e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eksel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
melkgebit veulenstanden: vø̄.lǝstān (Eksel) Tot twee en een half à drie jaar hebben de paarden een melkgebit of veulenstanden. De twee middelste snijtanden komen door in de eerste levensweek van het veulen (soms zijn ze bij de geboorte al aanwezig), binnen een maand of zes weken gevolgd door de snijtanden ernaast. De twee laatste snijtanden volgen tussen de zes en negen maanden, waarna het melkgebit compleet is. De veulenstanden zijn wit van kleur in tegenstelling tot het wat gelige vast gebit en lopen naar de basis toe in een punt uit. [JG 1a, 1b; N 8, 18a] I-9
melkkannetje melkpotje: mel⁄kpötteke (Eksel) melkkannetje waaruit men aan tafel melk schenkt [N 20 (zj)] III-2-1
melktanden melktandjes: melliktèntes (Eksel), memtandjes: memtentekes (Eksel), tandjes-0: tendjes (Eksel) kinderwoord voor tanden [ZND 07 (1924)] || melktanden [zuiktande, zeuktaant, mammetandjes] [N 10 (1961)] III-1-1
melkzeef zij: zęi̯ (Eksel) Voorwerp waarmee men melk zeeft. Het is een soort vergiet met als bodem een doek. De melk wordt uit de melkemmer via deze melkzeef in de melkbus gegoten. Hierdoor blijven grove verontreinigingen achter. Zie afbeelding 11. [A 18, 11a; L 48, 35.Ia; Lu 2, 35.Ia; Gwn 8, 6; JG 1d; monogr.] I-11
meloen meloen: meloen (Eksel) Een meloen, de komkommerachtige oranjekleurige of groene, sappige, smakelijke vrucht (meloen, kanteloep). [N 82 (1981)] I-7
menen menen: mønən (Eksel), peis: Van Dale: peizen, (Belg.) denken, peinzen in de versch. bet. van die woorden.  peis (Eksel), peizen: Van Dale: peizen, (Belg.) denken, peinzen in de versch. bet. van die woorden.  peizen (Eksel) menen [ZND A2 (1940sq)] || van mening zijn [peinzen, menen] [N 85 (1981)] III-3-1
menneke, binnenste deel van het hok paap: pā.p (Eksel) Het groepje van boven aaneengebonden schoven die in het midden van een hok staan. Kruis heeft wel betrekking op de werkwijze de middelste vier schoven, waar de andere schoven omheen staan, in een kruisvorm te zetten. Deze vier schoven worden niet overal aan elkaar gebonden. Zie afbeelding 7. [N 15, 32a; JG 1d, 2d; Goossens 1963, krt. 37; monogr.] I-4
menstruatie bloempje: Schertsend.  blümke (Eksel), doek: (de) duk (Eksel), kut: Gemeen.  kut (Eksel), maandstonden: mandstonden (Eksel), poep: Gewoon.  poep (Eksel), prullen: Ouder.  prulle (Eksel), regels: reegels (Eksel, ... ), Recenter.  reegels (Eksel), verandering: verandering (Eksel), veranderingen: Recenter.  veranderingen (Eksel), vodden: Ouder.  vodde (Eksel) menstruatie [verandering, reegels] [N 10C (zj)] III-2-2
menstrueren de vodden hebben: (de) vodden hemmen (Eksel) menstruatie [verandering, reegels] [N 10C (zj)] III-2-2
merel zwarte melver: zwarta mɛlvər (Eksel), zwarte mellever (Eksel), zwarte melver (Eksel), zwarte meͅ.llever (Eksel, ... ) merel [ZND 01 (1922)], [ZND 01 (1922)], [ZND B2 (1940sq)] || merel (25,5 overal bekend; man zwart met gele bek; pop zwak-gevlekt bruin; mooie zang; kooivogel; vergelijk met spreeuw [031] [N 09 (1961)] III-4-1