23507 |
bestelde mis |
gelezen mis:
gelezen mes (L353p Eksel),
gezongen mis:
gezongen mes (L353p Eksel),
mis laten doen:
mes loaten doen (L353p Eksel)
|
Een bestelde H. Mis. [N 96B (1989)] || Een mis die gelezen wordt op verzoek van de gelovigen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
21861 |
bestellen |
commanderen (<fr.):
commanderen (L353p Eksel)
|
opdracht geven om waren af te leveren of te bewaren [bestellen, commanderen] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
18922 |
bestemmen |
aanstellen:
oa⁄nstellen (L353p Eksel)
|
iets of iemand aanwijzen voor een bepaald doel [betijen, bestemmen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
25105 |
bestendig weer |
het houdt aan:
’t weer hölt oán (L353p Eksel)
|
bestendig weer [vaste lucht] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
33607 |
besvrucht, algemeen |
beer:
beer (L353p Eksel)
|
Een vlezige sapige vrucht die aan een struik groeit (bes, bizzem, bezie, beer, bees, bezing, baaie). [N 82 (1981)]
I-7
|
21471 |
betalen |
afdokken:
aafdokken (L353p Eksel)
|
veel kosten hebben, veel moeten betalen [brokken] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
21875 |
betaling |
handgeld:
handgeld (L353p Eksel)
|
de betaling voor bijv. geleverde goederen [paai] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
18845 |
beteuterd |
beteuterd:
beteuterd (L353p Eksel, ...
L353p Eksel)
|
op zijn neus kijkend, erg teleurgesteld zijnd [sip, arig, dreuig, vernepen, suf, onnozel, bedonderd] [N 85 (1981)] || van zijn stuk gebracht, van streek [bedonderd, beteuterd] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21516 |
betrappen |
traperen (<fr.):
traperen (L353p Eksel)
|
een dief bij het stelen verrassen [betrappen, attraperen] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
25106 |
betrekken (lucht) |
aanzetten:
de locht zet oa’n (L353p Eksel),
overlopen:
de locht uvverlupt (L353p Eksel)
|
dicht gaan zitten zodat er regen dreigt, gezegd van de lucht [de lucht overtrekt, groeit, belommert] [N 22 (1963)]
III-4-4
|