e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eksel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rijn rijn: rijn (Eksel) Algemene benaming voor het van vier klauwen voorziene ijzeren kruis in het middengat van de draaiende molensteen dat dient om de draaiïng van het staakijzer op de steen over te brengen. Zie voor de benamingen voor speciale rijntypen de lemmata ɛtweetakrijnɛ, ɛdrietakrijnɛ en ɛbalanceerrijnɛ.' [N O, 15a; A 42A, 20; N D, 18; Sche 45; Vds 84; Jan 122; Coe 100; Grof 120] II-3
rijp rijp: rīēp (Eksel) rijp [RND] III-2-3
rijp vormen, rijpen de takken zijn wit bevroren: de tek zîên wit bevroren (Eksel), krijtwit: krîêtwit (Eksel) rijm, bevroren dauw of nevel die zich afzet op de takken [waterrijm, roevros] [N 22 (1963)] || vriezen zodanig dat zich rijm op de bomen vormt [rouwvorsten, rijmen] [N 22 (1963)] III-4-4
rijp, rijmx ijzel: hīzəl (Eksel), iezel (Eksel), rijm: riem (Eksel) rijm (rijp, ijzel) [ZND 06 (1924)] || rijm, rijp [ZND B2 (1940sq)] III-4-4
rijshout, bonenstaak rijs: ries (Eksel) Erwtenrijzers, twijgen waartegen bepaalde erwten groeien [ZND 06 (1924)] I-7
rijstebrij rijstepap: riezepap (Eksel) Rijstebrij (pötjesbulling?) [N 16 (1962)] III-2-3
rijstevlaai rijstvlaai: rîêsvlaoj (Eksel) Vla bedekt met spijs van rijst [N 16 (1962)] III-2-3
rijtuig voiture: vǝtȳr (Eksel), wagen: wāgǝ (Eksel) Personenvoertuig, waarbij niet de huifkar bedoeld wordt. Gezien het feit dat het hier om zaken gaat die reeds lang verdwenen zijn, is de verwarring rond de dialecttermen groot. Dit lemma is samengesteld uit de antwoorden op algemene vragen als "hoe noemt u een tweewielig rijtuig" die geen betrekking hebben op een specifieke soort. Ook de meer algemene antwoorden die in N 101 bij de vragen naar bepaalde soorten rijtuigen opgegeven werden, zijn hier verwerkt. De veel voorkomende opgaven "koets" en "sjees", de bekendste vier- en tweewielige rijtuigen, zijn in de betreffende lemmata opgenomen. [N 101, 1-14; N G 51; L 1 a-m; L 28, 24; L 36, 70; LA 288; S 18, 30; Wi 16; monogr] I-13
rijtuig met twee paarden dobbelspan: dǫbǝlspān (Eksel) Benaming voor alle rijtuigen die door twee paarden getrokken worden, in plaats van door een. [N 101, 3 + 4; L 28, 34] I-13
rijzadel rijzadel: ręi̯.zǫǝl (Eksel) Zadel dat gebruikt wordt bij het berijden van een paard. [JG 1a, 1b] I-10