18136 |
schrammen |
schar:
schéér (L353p Eksel),
scharren:
schaeren (L353p Eksel),
{sch:r\\n}
scheren (L353p Eksel),
schrammen:
schrammen (L353p Eksel, ...
L353p Eksel),
schroevelen:
schroeffelen (L353p Eksel),
snee:
snee (L353p Eksel)
|
Schrammen: de bovenhuid zeer licht openrijten (schrammen, (s)krassen, krabbe(le)n). [N 107 (2001)] || Schrammen: de bovenhuid zeer licht openrijten (schrammen, krassen, skrassen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
17947 |
schrede |
schrede:
{schr:}
schrè (L353p Eksel)
|
Pas, stap: het plaatsen van de ene voet voor de andere bij het gaan (treden, tred, schrede, loop, stap). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21368 |
schreeuwen |
schreeuwen:
sxryǝvǝ (L353p Eksel),
ps. geprobeerd om te spellen, maar ken het Eksels dialect niet!
sxry(3)̄əvən (L353p Eksel)
|
Het schreeuwen van een varken ten teken van honger of bij het slachten. [N 19, 24; JG 1a, 1b; N 76, 33; monogr.; N 19, Q 111 add.] || luid en doordringend roepen, schreeuwen [kweken, kwaken, keken, schreien, krijten, krijsen] [N 87 (1981)]
I-12, III-3-1
|
21768 |
schrijven |
schrijven:
schrievven (L353p Eksel)
|
Noem het (dialect)woord voor: het "met een stift, pen, potlood, krijt enz. aanbrengen van letters of cijfers op papier of een ander vlak voorwerp"? [schrijven] [N 102 (1998)]
III-3-1
|
24373 |
schrijvertje |
schrijvertje:
schrieverke (L353p Eksel, ...
L353p Eksel,
L353p Eksel,
L353p Eksel)
|
schrijvertje: Hoe noemt u in uw dialect het zilveren torretje dat in groepjes kringelende bewegingen maakt op het wateroppervlak? Het lijf van het insect ligt op het water waardoor de pootjes niet te zien zijn. [N100 (1997)]
III-4-2
|
22482 |
schrikkeljaar |
schrikkeljaar:
schrikkeljaor (L353p Eksel)
|
Schrikkeljaar. [ZND 06 (1924)]
III-3-2
|
18871 |
schrikken |
verschrikken:
verschrikken (L353p Eksel)
|
door een plotseling angstgevoel bevangen worden en daardoor een onwillekeurige beweging maken [schrikken, verschieteen, ijzen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19661 |
schrobben |
schommelen:
(= schrobben, met water en (schrob)borstel, dan \"aftrekken\"en daarna \"dweilen\"(met dweil over de aftrekker geslagen). \"Ich gön er eûs eûver/door henne mit nen noaëten opnimmen (= dweil). met een natgemaakte dweil (= opnimmen) losjes over de (uitgekeerde) vloer dweilen: \"mit nen noaëten opnimmer er door/t-er eûver henne gooën\
\"schommelen\ (L353p Eksel)
|
Hoe noemt u het schoonmaken van stenen of houten vloeren, van stoepen enz. met behulp van water en een grove doek? [N105 (2000)]
III-2-1
|
19536 |
schrobbezem |
schrobborstel:
schrobborstel (L353p Eksel, ...
L353p Eksel)
|
bezem om de vloeren mee te schrobben (boender, schrobbessem, wasser, luiwagen) [N 20 (zj)] || borstel; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)]
III-2-1
|
19411 |
schroeien |
schroeien:
gəsxrø͂ͅyt (L353p Eksel),
sxrui̯ən (L353p Eksel),
sxrøi̯ən (L353p Eksel),
verschroeien:
verschreuën (L353p Eksel, ...
L353p Eksel)
|
Aan de oppervlakte verbranden (blesteren, verbranden, schroeien, zengen, schroken, schoepen) [N 79 (1979)] || schroeien [ZND 06 (1924)] || schroeien (zengen) [ZND 08 (1925)] || schroeien, zengen (branden zonder vlam; van stof) [ZND B1 (1940sq)]
III-2-1
|