22658 |
toneelspel |
concert (fr.):
consert - consèr (L353p Eksel),
cunzɛ.ər (L353p Eksel),
koͅnzɛ̄r (L353p Eksel)
|
een voorstelling door een toneelgroep [spel] [N 112 (2006)] || Een voorstelling door een toneelgroep [spel]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
17727 |
tonen |
laten kijken:
lutte kieken (L353p Eksel),
lutte kiekken (L353p Eksel),
lötte kieken (L353p Eksel),
lötte kiekken (L353p Eksel),
tonen:
toeënen (L353p Eksel)
|
Tonen, laten zien (laten zien, tonen, togen) [N 108 (2001)] || tonen: Laten zien, tonen (togen). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
17620 |
tong |
blad:
blèt (L353p Eksel)
|
tong [N 10b (1961)]
III-1-1
|
18231 |
tong van een schoen |
tong:
tong (L353p Eksel, ...
L353p Eksel,
L353p Eksel,
L353p Eksel)
|
een strookje leer tussen de kleppen van een schoen [tong, lipje] [N 86 (1981)] || Tong van de schoen. Een strookje leer tussen de kleppen van een schoen [tong, lipje] [N 114 (2002)]
III-1-3
|
21382 |
toonbank |
toog:
toog (L353p Eksel)
|
de winkeltafel waarop de waren worden getoond of gelegd [toog, toonbank, gaam, bank] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
23464 |
torenhaan |
t hantje van dn taore?].:
haon (L353p Eksel),
torenhoan (L353p Eksel)
|
De haanvormige windwijzer boven op de torenspits [weerhaan, windhaan [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23456 |
torenspits |
kerktoren:
kerktoren (L353p Eksel),
top:
top (L353p Eksel),
torenspits:
torespits (L353p Eksel)
|
De spits van de kerktoren; deze is meestal met leien bedekt. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23300 |
torenuurwerk |
kerkklok:
kerikklok (L353p Eksel),
torenklok:
torenklok (L353p Eksel)
|
Het uurwerk in de kerktoren, de torenklok [kerkklok, kerkuur?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
24256 |
torenvalk |
klamper:
klamper (L353p Eksel),
torenvalkje:
torenvalk(ske) (L353p Eksel)
|
torenvalk || valk: torenvalk (34 bekende vogel met spitse vleugels; vliegt vrij langzaam; hangt vaak stil in de lucht en laat zich dan vallen om een muis o.i.d. te vangen; broedt in boomnest of in torens [N 09 (1961)]
III-4-1
|
22025 |
tortelduif |
tortelduif:
in toͅrtəldauw (L353p Eksel),
torteldauf (L353p Eksel),
torteldouf (L353p Eksel, ...
L353p Eksel,
L353p Eksel),
turkse tortelduif:
turkse torteldauf (L353p Eksel)
|
Een tortelduif. [ZND A1 (1940sq)] || tortel (28 bekende zomervogel; slank en lichtbruin; nestje meestal in hoge struiken; roep [toerrrrr, toerrrrr] [N 09 (1961)] || tortel: turkse ~ (28 nieuwe soort voor Brabant, nu meest nog in het oosten; net een grote tamme Oostindische tortel; hele jaar hier; vaak in troepen bij graanhandel, vaak op televisiemasten; alleen bij woningen, nooit in het bos; roep [roe-kóé-koe] en g [N 09 (1961)] || tortelduif [ZND 08 (1925)] || Tortelduif. [ZND 08 (1925)]
III-3-2, III-4-1
|