18398 |
voile, falie |
sluier:
sly.jər (L353p Eksel)
|
sluier [ZND A2 (1940sq)]
III-1-3
|
20755 |
vol-au-vent |
vid-vulsel:
viedeevulsel (L353p Eksel)
|
Pastei van bladerdeeg, vol au vent (vollevang?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
21533 |
volk (natie) |
volk:
volek (L353p Eksel),
vŏlk (L353p Eksel)
|
de gezamenlijke bewoners van een staat [volk, natie, diet] [N 88 (1982)] || een volk [ZND A1 (1940sq)]
III-3-1
|
23585 |
volkszang |
samenzang:
saamezaank (L353p Eksel)
|
Volkszang, samenzang van de gelovigen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23692 |
volle aflaat |
volle aflaat:
vollen aafloat (L353p Eksel),
vollen aaflooet (L353p Eksel, ...
L353p Eksel)
|
Een volle aflaat. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
24271 |
volop veren krijgen |
bijkans vlug (zijn):
bekans vlug (L353p Eksel),
stoppels krijgen:
stoppels kriegen (L353p Eksel)
|
volop veren krijgen (vluggen) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
34304 |
volwassen, mannelijk varken (ongesneden) |
beer:
bīr (L353p Eksel),
bīǝr (L353p Eksel)
|
De benamingen in dit lemma duiden op het volwassen, ongesneden, mannelijk varken. Opgaven voor het volwassen, ongesneden, mannelijk varken die beantwoorden aan de woordtypen berg en barg zijn verplaatst naar het lemma ''gesneden mannelijk varken'' (1.2.2). Zie afbeelding 1. [N 19, 7; RND 46 en 84; S 2; A 4, 4a; L 1a-m; L 20, 4a; L 37, 49d; L 14, 12; JG 1a, 1b; monogr.]
I-12
|
20313 |
volwassen, volgroeid |
mondig:
mondig, meerderjarig
munnig (L353p Eksel),
tot wasdom gekomen:
tot wasdom gekommen (L353p Eksel),
volgroeid:
volgroid (L353p Eksel),
volgruid (L353p Eksel),
volwassen:
volwassen (L353p Eksel)
|
volwassen; volgroeid, de volle wasdom bereikt hebbend [volwas-sen, volslagen] [N 115 (2003)] || volwassen; volgroeid, de volle wasdom bereikt hebbend [volwassen, volslagen] [N 86 (1981)]
III-2-2
|
26529 |
vonderbalk, pasbrug |
vonder:
vonder (L353p Eksel)
|
De horizontale balk, als onderdeel van de houten licht, waar het pasblok van het staakijzer (in watermolens) of de kleine spil (in windmolens) op rust. Zie ook afb. 85. [N O, 23b; A 42A, 26; Vds 105; Jan 143; Coe 127; Grof 150; N D, 21; A 42A, 22]
II-3
|