e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eksel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
weduwe weef: weef (Eksel) weduwe [ZND 08 (1925)] III-2-2
weduwnaar wevenaar: weevenair (Eksel) weduwnaar [ZND 08 (1925)] III-2-2
weefsel, stof goed: goed (Eksel), stof: het stof (Eksel) de stof (het goed) [ZND 07 (1924)] III-1-3
weegschaal waag: ən wōg (Eksel) weegschaal [ZND B2 (1940sq)] III-3-1
weekdienst weekmis: weekmes (Eksel) Een wekelijkse mis voor een overledene, weekdienst. [N 96B (1989)] III-3-3
weer genezen terug op zijn stokken: terug op zijn stekker (Eksel), weer op zijn stelten: wier op zijn stelten (Eksel) hij is weer op zijn effen (weer genezen) [ZND 34 (1940)] III-1-2
weer naar het jaargetijde bamistijd: herfst.  bamestij’ (Eksel), vroegtijd: voorjaar.  vrugtij (Eksel) weer in bepaalde jaargetijden (bijv. [kranenzomer] (zachte nazomer), [bamisweer] (herfstweer) e.d. inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 22 (1963)] III-4-4
weerbarstig dwars: dwèrs (Eksel) zich niet schikken, weerbarstig [dwars, nippig, contrare] [N 85 (1981)] III-1-4
weerborstel dwarspoes: dwèërspoes (Eksel), weersborstel: wéérsborsel (Eksel) valse kruin, zomaar ergens in het hoofdhaar [wersboorsel, wirborstel] [N 10 (1961)] III-1-1
weerlichten weerlichten: weerliechte (Eksel) bliksemen in de verte zonder dat het dondert [weerlichte] [N 06 (1960)] III-4-4