26178 |
bordveren |
springveren:
spreŋvę̄rǝ (L353p Eksel)
|
De houten veren waarmee de eindborden en volgens de invullers uit l 288 en l 320a ook de windborden worden vastgezet. De springveren en de veren zaten in l 288, l 320a, l 353 en l 381b aan de achterzijde van de borden. [N O, 4c; N O, 4d; A 42A, 68]
II-3
|
21879 |
borgen |
opschrijven:
opschrieven (L353p Eksel)
|
uitstel van betaling geven [borgen] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
20563 |
borrel |
drupje:
drupke (L353p Eksel)
|
borrel; Hoe noemt U: Een glaasje sterke drank, borrel (grigo, officiertje, tjipke, sprets, druppel, drup, kleintje, kloekmalder, propje, peut, wippertje, taaie, tikje, slokje, snapsje, spatje) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
24981 |
borrelen (van water) |
brobbelen:
brobbelen (L353p Eksel)
|
door opstijgende damp- of gasbellen in beweging zijn, gezegd van vloeistoffen [bobbelen, borrelen, portelen, drijven] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
19563 |
borrelglaasje |
borrel:
borrel (L353p Eksel)
|
jeneverglaasje met een voetje (borrel) [N 20 (zj)]
III-2-1
|
26141 |
borst |
borst:
bǫrst (L353p Eksel)
|
Zie afbeelding 2.19. [JG, 1b; N 8, 32.2]
I-9
|
17578 |
borstelig haar |
brosje:
e broske (L353p Eksel),
stekelhaar:
stekelhoar (L353p Eksel)
|
borstelig haar (stekkerhaar, pinhoor] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
17631 |
borsten |
borsten:
borsten (L353p Eksel),
memmen:
memmen (L353p Eksel, ...
L353p Eksel),
Gemeen.
memmen (L353p Eksel),
Lichtjes vulgair.
memme (L353p Eksel),
tetten:
tette (L353p Eksel),
tetten (L353p Eksel),
Gemeen.
tetten (L353p Eksel)
|
borsten van de vrouw [mamme, memme, tette, tiete] [N 10c (1995)]
III-1-1
|
17765 |
borstkas |
borst:
boͅrst (L353p Eksel),
ribbenkast:
ribbekas (L353p Eksel)
|
Borst(kas): het voorste deel van het menselijk lichaam tussen hals en middenrif (borst, borstkas, kluter). [N 84 (1981)] || een borst [ZND A1 (1940sq)]
III-1-1
|
33969 |
borstriem |
borstriem:
%%voor de fonetische documentatie wordt verwezen naar het lemma BORSTRIEM%%
[borstriem] (L353p Eksel)
|
I-10
|