23475 |
de noodklok luiden |
luiden:
louwen (L353p Eksel)
|
Het luiden van deze klok. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
25521 |
de oven reinigen |
keren:
kērǝn (L353p Eksel)
|
Het object "oven" wordt niet gedocumenteerd. [N 29, 12c; OB 2, 2c add.; monogr.]
II-1
|
32719 |
de ploeg inzetten |
(de ploeg) inzetten:
e.nzętǝn (L353p Eksel)
|
Nadat men de wentel- of de keerploeg gedraaid heeft of de voetploeg over de wendakker gesleept heeft, laat men de ploeg weer in de grond schieten om een nieuwe voor te ploegen. [JG 1a + 1b add.; N 11A, 123a; monogr.]
I-1
|
32723 |
de ploeg uit de voor laten komen |
uitvaren:
ū.t˲vǫǝ.rǝn (L353p Eksel)
|
Als men bij het ploegen van een voor het einde van het stuk of de keerstrook bereikt heeft, laat men de ploeg uit de grond komen. Met deze handeling wordt het keren ingezet. Blijkens een aantal termen tilt men de ploeg op of laat men de staart los of duwt deze zover om, dat de schaar niet meer voort. Een wentelploeg haalt men uit de voor, door na ontgrendeling van de ploegboom de achterploeg aan de staart (meestal naar rechts) om te trekken, waardoor het dubbele ploeglichaam gaat kantelen. [JG 1a + 1b add.; N 11A, 123b; monogr.]
I-1
|
23694 |
de portiuncula-aflaat verdienen |
portiunculen:
persjonkele (L353p Eksel),
persjonkele gooen (L353p Eksel, ...
L353p Eksel),
pesjonkelen (L353p Eksel)
|
De kerk in- en uitgaan bij het bidden van de toties-qoties-aflaat. Dat kon men doen: a)op het Portiuncula-feest, b)op het feest van O.L. Vrouw van de Rozenkrans (7 oktober) en c)in de namiddag en avond van Allerheiligen en op de dag van Allerzielen. [pars [N 96B (1989)] || De portiuncula-aflaat, die verdiend kon worden op het Portiunculafeest op 2 augustus [portsiónkela-ablas?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23290 |
de roepen krijgen |
onder de roep staan:
onder de roep stoon (L353p Eksel)
|
De roepen krijgen, afgeroepen worden in de kerk, "onder de geboden staan", "onder de roepen zijn", "in de roepen gaan". [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23723 |
de rozenkrans bidden bij een overledene |
rozenhoedje:
roeezenhuke (L353p Eksel),
rozenkrans:
roeezekraans (L353p Eksel),
rozenkrans beden bij een dode:
roeezekraans been bij nene dooien (L353p Eksel)
|
De Rozenkrans (= 3 Rozenhoedjes) bidden bij een overledene. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
34273 |
de stal uitmesten |
afdoen:
āvdū.n (L353p Eksel)
|
De stal of mestgoot van mest ontdoen. Objecten "stal", "mestgoot" en "mest" zijn niet gedocumenteerd. [N 11, 14; N 5A II, 50a; A 9, 26; JG 1a, 1b, 1c, 1d, 2c; monogr.]
I-11
|
18062 |
de stuipen hebben |
de stuipen hebben:
stoeppe hemmen (L353p Eksel),
stuipen kennen:
stupen kennen (L353p Eksel)
|
stuipen: De stuipen hebben: een aanval van stuipen hebben (stuipen, stuiptrekken, begaovings, spinneweven). [N 107 (2001)]
III-1-2
|
19859 |
de tafel dekken |
vaardigmaken:
verrig maken (L353p Eksel)
|
tafel dekken; Hoe noemt U: De tafel dekken (rechten dekken) [N 80 (1980)]
III-2-1
|