33779 |
wisselen van de tanden |
wisselen:
wesǝlǝn (L419p Elen)
|
Het breken of wisselen van de veulentanden gebeurt op twee en een half- à drie en een halfjarige leeftijd; het veulen verliest de melktanden en krijgt paardetanden, eerst de twee voorste tanden of binnentanden. Als het omstreeks vier jaar is, breken de twee middentanden en op vier en een half- à vijfjarige leeftijd de twee hoektanden. [JG 1a, 1b; N 8, 19]
I-9
|
33772 |
wit stervormig vlekje op het voorhoofd |
ster:
star (L419p Elen)
|
Witte plek op het voorhoofd van donkerharige paarden, niet groot maar van verschillende vorm als rond, ovaal e.d. Een ster is iets groter dan een kol. Zie afbeelding 3. [JG 1a, 1b; N 8, 27a; S 27]
I-9
|
34538 |
wit van het ei |
wit:
wet (L419p Elen)
|
[JG 1b, 1c; monogr.]
I-12
|
33479 |
witte aalbes |
wiemerten:
verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u en ZND02, 4
weimert (L419p Elen)
|
witte aalbes [ZND 01 (1922)]
I-7
|
20654 |
witte kool |
kabots:
kaboetse (L419p Elen),
kabotsmoes:
kəbotsmōs (L419p Elen),
wit moes:
wet mōs (L419p Elen),
wit moos (L419p Elen)
|
[Goossens 1b (1960)] [Lk 05 (1953)]
I-7
|
24280 |
witte kwikstaart |
akkermannetje:
akkermenneke (L419p Elen),
kwikstaart:
kwikstart (L419p Elen, ...
L419p Elen),
kwikstaartje:
kwikstertje (L419p Elen)
|
kwikstaart [ZND 01 (1922)], [ZND 29 (1938)] || kwikstaart (witte) || kwikstaart, wit (Motacilla alba alba L.) [Lk 04 (1953)]
III-4-1
|
33943 |
wolfsgebit, gebroken gebit |
stang:
staŋ (L419p Elen)
|
Dit bit, gebruikt om moeilijke paarden te beteugelen, heeft een stang die in het midden scharniert. Het wordt vooral gebruikt bij rijpaarden. Op verscheidene plaatsen heeft dit soort bit kennelijk geen aparte naam. Dit wordt uitdrukkelijk gemeld voor: Q 80, 152, 162, 182. Er bestaan ook wolfsgebitten met een beugel in het midden om moeilijke paarden te beteugelen. De namen voor de twee types worden niet strikt uit elkaar gehaald. [JG 1a, 1b, 2b; N 13, 43]
I-10
|
18132 |
wonde |
wonde:
die woenj geit etteren (L419p Elen),
dij wonj zal zwère (L419p Elen)
|
Die wonde zal etteren [ZND 23 (1937)]
III-1-2
|
21267 |
woord |
woord:
wūərt (L419p Elen)
|
woord [ZND m]
III-3-1
|
21014 |
wormstekig |
wormstekig:
#NAME?
wormstekig (L419p Elen)
|
wormstekig, gezegd ve appel [Lk 01 (1953)]
III-2-3
|