18145 |
gebrekkig persoon |
gebrekkelijke mens:
n gebrikkelijke misch (L419p Elen),
ongeraden mens:
einen ôngeraje mins (L419p Elen)
|
een gebrekkig mens [ZND 23 (1937)]
III-1-2
|
22436 |
gebruik |
gebruik:
gebrūk (L419p Elen),
gebréuuk (L419p Elen),
uu of oe??
gebruuk (L419p Elen)
|
Dat is zo het gebruik (de woonte, enz.). [ZND 23 (1937)] || Gebruik. [ZND 01 (1922)]
III-3-2
|
18916 |
gedwee |
braaf:
ook materiaal znd 23, 69; znd 35, 49
braaf (L419p Elen),
gedwee:
ook materiaal znd 23, 69; znd 35, 49
gedwe’-i (L419p Elen),
gedwie (L419p Elen)
|
gedwee [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
24150 |
geelgors |
gele schrijver:
gele schrijver (gew.uitspr.) (L419p Elen)
|
geelgors
III-4-1
|
18098 |
geelzucht |
bleekzucht:
bleikzucht (L419p Elen)
|
de geelzucht [ZND 01 (1922)]
III-1-2
|
21586 |
geen ... waard |
geen sikkepit waard:
chein sikkeppit wieerd (L419p Elen)
|
Hoe zegt men van iets dat geen waarde heeft? (dat is geen ... waard). [ZND 28 (1938)]
III-3-1
|
19280 |
geen rust hebben |
niet op zijn gemak zijn:
hij is neet op ze gemaak (L419p Elen)
|
hij heeft geen rust [ZND 42 (1943)]
III-1-4
|
29054 |
geer |
geer:
gīr (L419p Elen),
lap:
lap (L419p Elen)
|
Een naar boven spits uitlopende lap of strook waarmee men een kledingstuk van onderen verwijdt. [N 62, 11a; L 1a-m; L 23, 71; Gi 1.IV, 17; S 10; monogr.]
II-7
|
32746 |
geerakker |
kortvoor:
kǫrt˲vōr (L419p Elen),
kortvoren:
kǫrt˲vōrǝn (L419p Elen),
opholens:
ǫphōǝlǝs (L419p Elen)
|
Onder een geerakker wordt hier verstaan dat deel van een akker dat gerend geploegd moet worden als de akker niet de vorm van een rechthoek of een parallellogram heeft. De benaming voor dit onderdeel is niet zelden ook op de gerende akker in zijn geheel toepasselijk. Opgaven die duidelijk de (geometrische) vorm of een scherpe hoek van een akker bleken te betreffen, zijn in dit lemma echter niet opgenomen. Zie verder ook het volgende lemma. [N 11, 4b + 64; N 11A, 127 + 137f + 137g; N P, 1; A 33, 9 add.; A 33, 10; JG 1a + 1b; JG 2b-4, 7; monogr.]
I-1
|
20796 |
geeuwhonger |
geeuwhonger:
gīəoͅŋər (L419p Elen)
|
geeuwhonger [ZND 01 (1922)]
III-2-3
|