e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L320a plaats=Ell

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
onrustig persoon roerwarmoes: cf. WNT XXIV s.v. "warmoes - warmmoes, wermoes"Samenst. "roerwarmoes  ei roewmoos (Ell) een onrustig persoon, persoon die geen rust heeft, altijd bezig is [roerwarmoes] [N 85 (1981)] III-1-4
onschuldig onnozel: ônnuuëzel (Ell) zonder besef van goed en kwaad [onschuldig, onnozel] [N 85 (1981)] III-1-4
onstuimig wild: wildj (Ell) moeilijk in toom te houden, driftig [wreed, onstuimig] [N 85 (1981)] III-1-4
onstuimige lucht wilde lucht: wilj locht (Ell) onstuimige, woest bewolkte lucht [grellig] [N 22 (1963)] III-4-4
ontbijt morgensbrood: mörgesbroeëd (Ell) maaltijden; Hoe noemt U: Namen voor de verschillende maaltijden, afhankelijk van de tijd van de dag, eventueel van het jaar [N 80 (1980)] III-2-3
ontbost terrein met een schop omwerken omzetten: omzętǝ (Ell) Het ontboste terrein met een schop omwerken om de achtergebleven wortels te verwijderen. [N 27, 10a] I-8
ontginnen omzetten: omzętǝ (Ell) Het in cultuur brengen van woeste grond. [N 27, 5; N 11a, 112; monogr.] I-8
onthoudingsdag quatertemper (<lat.): kwattertemper (Ell) Een onthoudingsdag: dag waarop men geen vlees, spek en jus uit vlees mag gebruiken. [N 96D (1989)] III-3-3
ontlasting hebben afgaan: aafgank (Ell), schijten: Onbeleefd.  sjiete (Ell) ontlasting hebben [afgon, leutere, driete, zijn gevoeg doen] [N 10c (1961)], [N 10c (1995)] III-1-1
ontsteking ontsteking: ontstaiking (Ell), zweer: zwair (Ell) Ontsteking: plaatselijke infectie van weefsel, lichaamsdelen, gepaard gaande met roodheid, zwelling en pijn (meuk, mik). [N 84 (1981)] III-1-2