e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L320a plaats=Ell

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schub schub: eigen spellingsysteem ö van löss  sjöbbe (Ell) Hoe noemt u elk van de dunne plaatjes waarmee de huid van een vis geheel of gedeeltelijk is bedekt (schub, schubbe, schelp, schulp) [N 83 (1981)] III-4-2
schuchter schouw: eine sjoewe (Ell) bang om de aandacht te trekken of zich te vertonen [blode, bedeesd, beschaamd, schuchter] [N 85 (1981)] III-1-4
schudden met de riek slinger: sleŋǝr (Ell) Bij het mest spreiden maakt men met de riek telkens al schuddende een slingerende beweging. [N M, 12b; N 11A, 24; JG 1a + 1b; monogr.] I-1
schudden van vruchten schudden: eigen fon. aanduidingen  sjödde (Ell) Appels van de boom schudden (muiken). [N 82 (1981)] I-7
schuier klederborstel: kleyerbörstel (Ell) borstel; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
schuifje van de biechtstoel schuif: sjuuf (Ell) Het afsluitbare traliewerk, de schuif in de biechtstoel. [N 96A (1989)] III-3-3
schuimbeestje zeverwormpje: zeiverwörmkes (Ell) stengelschuim: Kent u in uw dialect een woord voor het schuim op plantenstengels, waar een klein groen beestje in zit? Het schuim lijkt op een kloddertje spuug, hetgroene insectje houdt er zich in schuil. [N100 (1997)] III-4-2
schuimen schuimen: sjoeme (Ell) schuim opwerpen, dragen of geven [bedomen, schuimen] [N 91 (1982)] III-4-4
schuimspaan schuimspaan: sjuumspaon (Ell) schuimspaan, schuimlepel [N 20 (zj)] III-2-1
schuld schuld: sjout (Ell) Geldschuld, schuld die men nog moet betalen [N 21 (1963)] III-3-1