18935 |
in alle haast |
snel-snel:
snel-snel (L320a Ell)
|
in heel grote haast [hap, snap] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21752 |
in beslag nemen / beslag leggen op |
in beslag nemen:
in beslaag neme (L320a Ell)
|
het in beslag nemen van goederen bijv. als uitvoering van een vonnis [beslag, kommer] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
20442 |
in de doodskist leggen |
kisten:
kiste (L320a Ell)
|
een dode in de doodskist leggen [lichteren, kisten] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
17878 |
in de rug slaan (met de vuist) |
houwen:
hauwe (L320a Ell)
|
slaan, Met een vuist in de rug ~ (doffen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
22515 |
in de rug slaan (met de vuist) [cf. wld iii, 1.2] |
doffen:
doefe (L320a Ell)
|
Een slag met de vuist op iemands rug [druts, does, dof]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
19449 |
in de tuin werken |
hoven:
hove (L320a Ell)
|
Een tuin verzorgen (in de hof werken, hovenieren, hoven) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
18227 |
in lompen gekleed |
schamel:
sjaimel (L320a Ell)
|
in lompen gekleed [haveloos, schabullig, schamel] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
20383 |
in ondertrouw gaan |
ondertrouwen:
ôngertrouwe (L320a Ell),
zich aangeven:
ze höbbe zich aangegaive (L320a Ell)
|
aangifte doen bij de ambtenaar van de burgerlijke stand, waarbij de aanstaande echtgenoten elkaar verklaren dat zij met elkaar een huwelijk willen aangaan; in ondertrouw gaan [verscholen, ondertrouwen, ondertrouw doen, aantekenen] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
20252 |
in verwachting zijn |
groot gaan:
groeët gaon (L320a Ell)
|
Zwanger zijn: een kind dragen, zwanger zijn (staan, met een dik lijf lopen, inkopen, groot gaan, geladen). [N 84 (1981)]
III-2-2
|
21856 |
in voorraad |
disponible (fr.):
dispenibel (L320a Ell)
|
in voorraad zijn [staan, voorradig zijn] [N 89 (1982)]
III-3-1
|