21812 |
lastigvallen |
ophouden:
werk ophaoje (L320a Ell)
|
iemand bij zijn werk storen of ophouden [plagen, steken, hinderen] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
30234 |
latei |
dekhout:
dɛkhǫwt (L320a Ell
[(ook als het niet van hout is)]
),
ligger:
legǝrt (L320a Ell)
|
Houten, stenen of ijzeren balk die een venster, ingang of andere opening overspant en tevens het bovenliggende muurwerk draagt. De lateibalk wordt vaak in het muurwerk verwerkt zodat hij niet in het zicht komt. d.i.n. in het woordtype 'd.i.n.-balk' is een afkorting van ø̄deutsche Industrienormø̄. [N 55, 74; N 32, 15a; N 32, 15b; monogr.]
II-9
|
23752 |
laten wijden |
het huis laten wijden:
et hoes laote wieje (L320a Ell),
laten wijden:
laote wieje (L320a Ell),
laten zengelen:
laote zengele (L320a Ell)
|
Een huis of gebouw laten (in)wijden/(in)zegenen. [N 96B (1989)] || Een kruisbeeld, een heiligenbeeld(je), een kaars laten wijden/zegenen. [N 96B (1989)] || Een rozenkrans, een scapulier, een medaille, een kruisje laten wijden/zegenen door een priester. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
30505 |
lateren |
lateren:
latērǝ (L320a Ell)
|
Een rietlaag onder de pannen aanbrengen. [N F, 31]
II-9
|
33384 |
latierboom |
schutting:
šø̜teŋ (L320a Ell)
|
Een horizontale balk die twee paarden van elkaar scheidt, meestal hangend aan kettingen, ook wel vast verbonden. In plaats van een hangende balk kan er ook een eenvoudige en niet al te hoge tussenwand zijn. Met een box is een afgeschutte ruimte voor één paard bedoeld; de tussenwand maakt dan deel uit van de box. [N 5A, 59d; monogr.]
I-6
|
25036 |
lawaai maken |
laweit maken:
lewijt make (L320a Ell)
|
lawaai, herrie maken [laweiten, laweit maken, gellen] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
25035 |
lawaai, herrie |
laweit:
lewijt (L320a Ell)
|
een dooreenmengeling van sterke geluiden [leven, herrie, geweld, lawaai, spektakel, rumoer] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
18356 |
lederen pantoffel |
pantoffel:
pantôffele (L320a Ell)
|
pantoffels, lederen ~, gemakkelijke huisschoenen zonder veters [petoffels, pantoefels, trumpe, sjlutsje, sloffe, sjloebe] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
19391 |
ledikant |
bed:
è uitspraak: le uit het Frans
bèd (L320a Ell)
|
Verplaatsbaar bed (i.p.v. een bedstee) (bed, krib, ledikant) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
22416 |
leefnet |
leefnet:
laifnetje (L320a Ell)
|
Het net waarin men vissen die met de hengel zijn gevangen levend kan houden [leefnet, kaar]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|