24582 |
meidoorn |
meidoorn:
-
meidoore (L320a Ell)
|
meidoorn, vrucht (Crataegus) [DC 69 (1994)]
III-4-3
|
24331 |
meikever |
meikever:
eigen spellingsysteem ai maitre
meikaiver (L320a Ell),
mulder:
eigen spellingsysteem de lichtgekleurde meikever
mölder (L320a Ell),
smid:
eigen spellingsysteem de meer donker gekleurde meikever
smeed (L320a Ell)
|
Hoe noemt u de meikever: een soort kever, 24-30mm lang; met dekschild, de poten en sprieten zijn bruinrood, de kop en het borststuk zwart met op de onderzijde een dichte witte beharing; de buiksegmenten zijn zwart met aan elke zijde een opvallende, helwit [N 83 (1981)]
III-4-2
|
21699 |
meineed |
valse eed:
valse eid (L320a Ell)
|
een valse eed, meineed [N 96D (1989)]
III-3-1
|
20366 |
meisje met wie een jongen verkering heeft |
meid:
meid (L320a Ell)
|
het meisje met wie men verkering heeft [parmeteit, meid, fem, frul, caprice] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
20381 |
meisje met wie men verloofd is |
aanstaande:
aanstaondje (L320a Ell)
|
verloofde [vrouwelijk] [fem, frul, caprice] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
18736 |
meisjeshemd? |
hemd:
humme (L320a Ell)
|
Onderhemd voor meisjes. Hoe noemt men in uw dialect het hemd dat onder de bovenkleding wordt gedragen, direct op het lichaam: van meisjes? [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
18622 |
meisjesmuts met afhangende strook |
kapmuts:
kapmöts (L320a Ell)
|
meisjesmuts die nauw om het hoofd sluit en met een strook afhangt tot op de schouders [kaaper, kappelin, kapmöts] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18734 |
meisjesonderbroek? |
onderboks:
ongerboks (L320a Ell)
|
Onderbroek voor meisjes. [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
18583 |
meisjesondergoed |
ondergoed:
ongergood (L320a Ell)
|
Ondergoed voor meisjes. [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
18637 |
meisjespantalon met kanten pijpen |
kanten boks:
kantjeböks (L320a Ell)
|
meisjespantalon (vero) met kanten pijpen die tot onder de knieën reiken [N 25 (1964)]
III-1-3
|