e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Epen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
het kalf afdraaien aftrekken: āftrɛkǝ (Epen) Het kalf met mechanische middelen ter wereld helpen. [N 3A, 54a] I-11
het misboek omdragen boek omdragen: book umdraage (Epen) Het misboek omdragen, van de epistel- naar de evangeliezijde van het altaar brengen. [N 96B (1989)] III-3-3
het orgel trappen balg treden: bèlk trène (Epen) Het orgel treden of trappen, de blaasbalg tredend met lucht vullen en gevuld houden. [N 96B (1989)] III-3-3
het paard leiden leiden: lē̜i̯ǝ (Epen) Het paard leiden of mennen door het met de teugels te sturen. Werkwoorden zoals varen en leiden werden niet door alle corresponenten gegeven. [N 8, 100 en 101b; Wi 25; monogr.] I-10
het vuur aansteken aansteken: aasjtèke (Epen) aanstoken [SGV (1914)] III-2-1
het vuur doven laten uitgaan: ut vuur laote oe:tgoe:we (Epen) doven, laten uitgaan, gezegd van vuur in de kachel [N 07 (1961)] III-2-1
het zielboek aflezen de dodenlijst voorlezen: doeëdelies veuërlèèze (Epen) Het zielenboek aflezen. [N 96B (1989)] III-3-3
het zielboek voldoen dodenlijst betalen: doeëdelies betaale (Epen) Het zielenboek voldoen, de hiervoor verschuldigde bijdrage betalen. [N 96B (1989)] III-3-3
heten heten: hei-ische (Epen) heeten [SGV (1914)] III-2-2
heup heup: hä-ep (Epen) heup [SGV (1914)] III-1-1