e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Epen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lam lam: lāmp (Epen), lammetje: lɛmkǝ (Epen), lɛmpkǝ (Epen), schaapje: šø̜pkǝ (Epen) Jong van het schaap in het algemeen. Zie afbeelding 5. [N 70, 3; R 3, 36; S 20; Wi 5; Wi 12; L 20, 22c; L 6, 25; L 1a-m; JG 1a, 1b; AGV, m 3; A 2, 45; A 2, 1; A 4, 22c; Vld.; monogr.] I-12
lammeren lammeren: lamǝrǝ (Epen) Jongen ter wereld brengen, gezegd van het vrouwelijk schaap. [N 19, 67; JG 1a, 1b; L 29, 32; L 1a-m; N C, add.; Vld.; monogr.] I-12
lamp lamp: lamp (Epen) lamp [SGV (1914)] III-2-1
lampenpit lampenwiek: lampəwēk (Epen) lampepit [SGV (1914)] III-2-1
landauer landauer: làndauwər (Epen) een vierwielig rijtuig voor vier personen met afzonderlijke beweegbare voor- en achterkap [landauer] [N 90 (1982)] III-3-1
landstreek gegend (du.): gè-gend (Epen), streek: schtree-ek (Epen), sjtïejək (Epen) landstreek, gebied dat door bijv. tradities, landschap, taal enz een zekere eenheid vormt [contrei, streek, strom] [N 81 (1980)] || streek (in deze ~) [SGV (1914)] III-4-4
lange bouwladder steigerleider: [steiger]lejǝr (Epen) Ladder waarmee de eerste of tweede verdieping van een steiger bereikt kan worden. In het eerste geval is de ladder doorgaans 4 m lang, wanneer de ladder tot de tweede verdieping reikt, 7 tot 8 m. Bouwladders onderscheiden zich van andere ladders doordat zij meestal van rond steigerhout vervaardigd zijn. De sporten van een bouwladder zijn in het rondhout ingekeept en met draadnagels vastgezet. [N 32, 9a; monogr.] II-9
lange dunne tak gard: gééəd (Epen) Een lange dunne tak (geert) [N 82 (1981)] III-4-3
lange neus tul: têûlə (Epen) neus, Een lange ~ (fokker, domphoren, vonk). [N 84 (1981)] III-1-1
lange onderbroek? lange onderbroek: lang onderbrook (Epen) Lange onderbroek voor mannen. [DC 62 (1987)] III-1-3