e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Epen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
openbare weg levei: livvèj (Epen) een grote, doorgaande weg, een openbare straatweg (baan, grootbaan, steenweg, kasseiweg, klinkerd, klinkweg) [N 90 (1982)] III-3-1
opening in een galmgat schallok: sjaal-looëk (Epen) Elk van de openingen in zon venster [schal-laok,-loch?]. [N 96A (1989)] III-3-3
opereren opereren: opəreerə (Epen) Opereren: een operatie verrichten (vlijmen, snijden). [N 84 (1981)] III-1-2
opgroeiend jong kipje kuiken: kȳkǝ (Epen) Bedoeld wordt het kipje dat niet meer bij de klokhen is maar dat nog niet legt. [N 19, 40c] I-12
ophitsen opstokelen: ópsjtèùəkələ (Epen) een persoon of personen aanzetten tot ruzie [opstoken, hissen, opkitsen, oppinnen, opraden, aanlokken] [N 85 (1981)] III-1-4
ophouden met het werk ophouden: ophauwe (Epen), uitscheiden: oetsji-jjə (Epen) ophouden (m.h. werk) [SGV (1914)] || ophouden met werken [afscheiden, uitscheiden, ophouden] [N 85 (1981)] III-1-4
opletten aandacht geven: ààndach géévə (Epen) aandacht geven, letten op [beletten, nikken] [N 85 (1981)] III-1-4
oplettend wach-zaam: wachzáám (Epen) oplettend, achtslaan op wat kan gebeuren, gereed om te handelen, waakzaam [gewarig, gewaakzaam] [N 85 (1981)] III-1-4
oprecht menens: mĭĕngəs (Epen) alles bedoelend zoals gezegd wordt, welmenend [rechtzinnig, oprecht] [N 85 (1981)] III-1-4
oprispen rupsen: röpsche (Epen) oprispen [SGV (1914)] III-1-2