e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Epen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
speen lots: lŏĕtsj (Epen) speen; een gummidop op een zuigfles [speen, fiep, frutter, tutter, toetje, fiepke, frut, stiekse] [N 86 (1981)] III-2-2
spek spek: schpek (Epen) spek [garstig~] [SGV (1914)] III-2-3
spel (alg.) spel: e sjpeehl (Epen), schpeel (Epen) spel [GTRP (1980-1995)], [SGV (1914)] III-3-2
spelden spangen: špaŋǝ (Epen) Met spelden stukken kleding of panden aan elkaar vastspelden. [N 59, 74; L 7, 20; S 34] II-7
spelen (alg.) spelen: sjpEhle (Epen), Opm. Franse è.  schpèle (Epen) spelen [GTRP (1980-1995)], [SGV (1914)] III-3-2
spelletje spelletje: sjpilke (Epen) Het spelen van een spel door twee of meer personen [partijtje, potje, spelletje]. [N 88 (1982)] III-3-2
spelt spelt: spēlt (Epen) Triticum spelta L. Een soort van grove tarwe die ook op schrale grond gedijt. Het is in Limburg weinig bekend. De opgave spang, afkomstig uit het materiaal Willems, is hier wel opgegeven vanwege associatie met "speld". [Wi 52; monogr.; add. uit JG 1b; L 39, 15] I-4
spenen spenen: sjpîênə (Epen) spenen; een kind van de speen of de borst afwennen [spenen, spanen] [N 86 (1981)] III-2-2
sperziebonen struikbonen: sjtrōēkbónnə (Epen) De gewone boon met gezwollen zaden, prinsesseboon,sperzieboon, (slaboon, kereboon, herenboon, boterboon, prinses, suikerboon). [N 82 (1981)] I-7
spiegel spiegel: schpeegel (Epen) spiegel [SGV (1914)] III-2-1