e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Epen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
weerbarstig contraire (fr.): kóntréér (Epen) zich niet schikken, weerbarstig [dwars, nippig, contrare] [N 85 (1981)] III-1-4
weerborstel borstelen (mv.): bø̄ǝštǝlǝ (Epen) Harde, dikke en stijve stekelharen met een draaiing erin voor op de rug van het varken. [N 76, 13; N 28, 31] I-12
weerlichten weerlichten: wéérlûjte (Epen), (Bommerig).  wéérlūū.te (Epen), (Epen).  wèrlichte (Epen) bliksemen in de verte zonder dat het dondert [weerlichte] [N 06 (1960)] III-4-4
weerlichtx weerlucht: wéérluuwət (Epen) bliksemen aan de horizon zodat alleen de weerschijn zichtbaar is zonder dat de donder gehoord wordt [weerlichten, heilichten] [N 81 (1980)] III-4-4
weersgesteldheid weer: (Fransche è).  wèr (Epen) weer [SGV (1914)] III-4-4
weerwolf weerwolf: wèrwoof (Epen) weerwolf [SGV (1914)] III-3-3
wees wees: wees (Epen) wees [SGV (1914)] III-2-2
weesgegroet weesgegroet: wees gegroet (Epen) Het gebed "Weesgegroet Maria", "Ave Maria", groetenis [jejruust zais(t) de Maria]. [N 96B (1989)] III-3-3
weesgegroetkralen koonder: kònder (Epen) De Weesgegroet-kralen (53 stuks). [N 96B (1989)] III-3-3
weggrissen vortsnappen: vŏĕt-sjnappə (Epen) grissen: Snel wegnemen (grissen, ritsen, keuteren, graaien). [N 84 (1981)] III-1-2