e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q284p plaats=Eupen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
omheining tuin: tynə (Eupen), tȳnǝ (Eupen), tūnǝ (Eupen) De omheining in het algemeen. [N 14, 62; N 14, 67; S 11, 13; L 19B, 5a; A 25, 5; RND 8, 20; Gwn 16, 11; monogr.] || Zaun, omheining I-8, III-2-1
onbelangrijk kiet: kīt (Eupen), kietje: ki.tškə (Eupen), kitjə (Eupen) weinig [ZND m] III-4-4
onbewolkt klaar: kloor (Eupen), klo‧ər (Eupen), klar, helle Note: onder de o staat nog een punt; deze combinatieletter is niet te maken.  klor (Eupen), klaarte: helligkeit, klarheit Note: onder de ö staat nog een punt; deze combinatieletter is niet te maken. ps. vragen: begrip + ndl. vertaling.  klörde (Eupen) helder, licht || helderheid || klaar, helder [ZND 19A (1936)] III-4-4
onderband geleissnoer: glęjsšnōr (Eupen) Een der touwen die het dradenkruis aan het begin en het einde van de ketting moeten vasthouden. Onder het dradenkruis verstaat men de kruislings liggende kettingdraden in de twisten en gangen, aan het einde van de ketting waar de vitsroede insteekt. Voor dit ø̄dradenkruisø̄ was geen Limburgs woord opgegeven, waardoor dit begrip niet als apart lemma is opgenomen. [N 39, 62b] II-7
onderhemd slip: šlip (Eupen) hemd (enkelvoud - meervoud) [ZND m] III-1-3
onderkussen, peluw pulm: pøͅlmə (Eupen), p‧øləm (Eupen) het langwerpig kussen dat op de matras en onder het eigenlijke hoofdkussen ligt (Fr. traversin) [ZND 27 (1938)] || peluw III-2-1
ondersprong onderket: ǫwndǝrkęt (Eupen) Zie de toelichting in het lemma ɛbovensprongɛ.' [N 39, 85c] II-7
onderwerk overschot: oǝvǝršot (Eupen) Weefsel of binding waarbij het grootste deel van de ketting onder de inslag ligt. [N 39, 130b] II-7
onderwijzer leraar: lîerər (Eupen) onderwijzer; Hoe wordt hij tegenwoordig genoemd? [DC 48 (1973)] III-3-1
ondeugend, stout ondeugen: oͅndø͂ͅgə (Eupen), ondeugetig: oͅndø͂ͅgətex (Eupen) onaardig, boos III-1-4